multilingual links

Switch to the English version of this blog.

Het laatste nieuws

Het laatste nieuws:
Onze trip in Zuid-Amerika zit er op. We hebben de hete Brazilaanse zomer weer geruild voor de koude, maar zonnige Montrealaise winter. Recent plaatsten we de nog de verhalen van Buenos Aires en Brazilie online.
Volg de links in de balk hierboven om terug te keren naar de verhalen per land. Wil je alle foto's nog eens bekijken klik dan hier.

11/22/2010

La Paz

Donderdag 18 November 2010
La Paz was onze eerste echte kennismaking met het Boliviaanse leven. Vooral Nele had het bij aankomst, niet geholpen door de vermoeiende reis die we achter de rug hadden, wat moeilijk met de drukte. Het zoeken naar een hostel duurde net iets langer dan we gewoon waren, omdat we nergens een bed vonden met een matras die ons aanstond. Uiteindelijk kozen we voor het hostel met de minst slechte matras waar we welgeteld 60 Bolivianos (ongeveer 6 euro) zouden neertellen per nacht voor ons tweetjes. Ondertussen was het al laat geworden en besloten we na ons avondeten weer vroeg ons bed in te kruipen.

Vrijdag 19 November 2010
De meeste toeristen gebruiken La Paz als uitvalsbasis voor trips naar de "salar de Uyuni", het oerwoud, een fietstocht op de death road (de gevaarlijkste weg ter wereld). Wij besloten er echter een gezapig stadsbezoek van te maken. Daarnaast maakten we wat tijd voor souvenier-shoppen. Na wat door de stad te hebben rondgeslenterd, moesten we onze eerste indruk wat bijschaven. De drukte was niet langer storend, maar begon iets gezelligs te hebben, zeker in de winkelwandelstraat Avenida de Commercio en rond het Plaza Murillo. Ondertussen komen we steeds vaker bekende gezichten tegen op onze trip zoals Pep en Teressa, een Spaans koppel dat we op de boot naar Isla del Sol ontmoetten. Hen liepen we twee keer tegen het lijf in La Paz.
Tegen de avond begaven we ons naar de bar van het Loki Hostel. De hangout van engelstalige backpackers in La Paz. We wisten dat Andrew en Nicola (het koppel uit Nieuw-Zeeland dat we in Cabanaconde leerden kennen) daar verbleven, maar kwamen hen daar die avond niet tegen. De bar was er niet minder gezellig om. We maakten het echter niet te laat, want de staat van onze matras had ons niet echt toegelaten uitgeslapen aan de dag te beginnen.

Zaterdag 20 November 2010
Het had even geduurd vooraleer we in slaap geraakten op onze steenharde matras en dus waren we nog steeds niet honderd procent uitgeslapen. Niet getreurd, er stond voor zaterdag weer nauwelijks iets op het programma. Nele werkte het souvernier-shoppen af terwijl ik me her en der ging bevragen over de mogelijkheden ivm uitstapjes naar de Salar de Uyuni. We zullen deze trip later maken vanuit Uyuni of Tupiza. Mijn zoektocht naar de beste oplossing heeft voorlopig nog geen uitsluitende conclusies opgeleverd. Om toch nog iets nuttigs te doen, wandelde ik nog een Pelqueleria binnen voor een nieuw kapsel ter waarde van 10 Bolivianos, omgerekend ongeveer 1 euro. In de namiddag hadden we met Andrew en Nicola afspraak in hun hostel voor de rugbywedstrijd All blacks - Ierland. We troffen daar ook de drie Nieuw-Zeelanders aan die we eerder op onze trip naar de Peruviaanse Titicacameer-eilanden ontmoetten. Het was erg gezellig in de Loki-bar en we genoten van het aangename gezelschap en de leuke omgeving. Jammer dat we al tegen half zes het pand moesten verlaten om onze bus naar Sucre niet te missen. Die bus zou ons in ongeveer 13u een heel stuk verder naar het zuiden moeten brengen. We zijn op dit moment net opgestapt en staan ergens in een buitenwijk van La Paz wat stil te staan. De zetels van onze bus zijn alleszins al stukken beter dan de matras waarop we de laatste twee nachten op doorbrachten. Ik mag hopen dat we een rustige nacht tegemoet gaan...

11/19/2010

BOLIVIE

1. Copacabana en Isla del Sol
Vanuit Puno in Peru reisden we naar Copacabana in Bolivie waar we de boot nemen naar Isla del Sol. Op dit eiland (waar volgens verschillende mythes de Inca beschaving zijn oorsprong vindt) spendeerden we twee nachten met ons tentje. Zalig relaxen.
Hier vind je onze ervaringen.
De foto's van Isla del sol vind je hier terug.

Copacabana en Isla del Sol

Dinsdag 16 November 2010
Al erg vroeg werden we aan de ingang van ons hostel verwacht voor de bus naar Copacabana. Net zoals in Ecuador, stapten we nu in Peru ook weer uit de bus om Bolivie binnen te wandelen. 9km verderop hield onze bus halt in Copacabana. Daar lieten we een deel van onze bagage achter en namen we een boot naar Isla del Sol. Een tweede boot bracht ons van het zuidelijke gedeelte naar het noordelijke gedeelte van het eiland. Daar konden we gratis en voor niks ons tentje opslaan op een schitterend zandstrand in een baai van het Titicacameer. Onmiddellijk waagden we ons heldhaftig aan het water van het meer dat, eens je diep genoeg in het water zat, best wel meeviel wat de temperatuur betreft. We warmden even terug op op het strand om daarna een stukje verder noordwaarts te wandelen om de pre-inca ruines van het eiland te bezoeken. Daar kwamen we aan bij zonsondergang wat het geheel nog wat spiritueler maakte, zeker als je er even bij stil staat dat volgens heel wat mythes de Inca-beschaving hier begon. Onderweg naar de ruines kwamen we constant ezeltjes, schapen en koeien tegen. De plaatselijke bewoners waren duidelijk bezig hun kudde huiswaarts te leiden.
Voor het avondeten schoven we onze benen onder tafel in een klein restaurant waar er die avond enkel forel op het menu stond. De forel en de Boliviaanse wijn smaakte. We bewonderden nog even de heldere sterrenhemel en kropen dan onze slaapzak in voor een toch wel frisse nacht.

Woensdag 17 November 2010
De volgende morgen besloten we ons te wekken met een plons in het Titicacameer dat nu toch wel heel erg koud was. De duik was dus zeer kort, maar miste zijn effect niet. Nele besloot daarna nog wat van het zonnetje te genieten (10 op 10 voor genieten volgens haar), terwijl ik op zoek ging naar brood. Tevergeefs, het brood komt hier maar om 12u 's middags aan per boot. Dus besloten we te ontbijten in een restaurant waar er nog wat brood van gisteren over was. Daarna zetten we te voet koers naar het zuiden van het eiland via de kustweg die ons naar een ander dorpje bracht. Daar besloten we het kustpad te verlaten en recht omhoog te wandelen tot aan de mooi aangelegde weg die ook al door de pre-inca beschaving die hier woonde werd gebruikt. De beklimming was moeilijk maar loonde de moeite. Vanop het bergpad heb je constant een schitterend zicht op het eiland, het meer en de omgeving van het meer. Tegen 14u bereikten we onze eindbestemming, het restaurant Las velas (dat men met een deel lokale mannen aan het 'renoveren' was-iets wat gepaard ging met de nodige pintjes en zowel veel plezier als gediscussieer) iets buiten het dorpje Yumani. Op de terrassen voor het restaurant zetten we ons tentje op. De lunch was heerlijk, gebakken banaan, heerlijk gekruide, gebakken kip en drie soorten aardappelen, waarvan ik er geen enkele voordien kende. Na het ontbijt wandelden we nog even naar het strand van het meer (200m lager). We keerden op tijd terug om nog van de zonsondergang te kunnen genieten van op de plaats waar ons tentje stond geparkeerd. Na ons avondmaal maakten we nog een kampvuurtje en opnieuw kropen we vroeg in bed. Dit keer werden we begeleid door de stemmen van de lokale bevolking die het (onafgewerkte) restaurant blijkbaar als vaste ontmoetingsplaats heeft.

Donderdag 18 November 2010
Na een opnieuw frisse nacht (we waren nu wel beter voorbereid) werden we rond 7u30 wakker door de snel stijgende temperatuur in ons tentje. De zon was duidelijk weer van de partij op Isla del Sol. We verorberde ons laatste fruit als ontbijt, braken ons tentje af en wandelden naar de haven. Daar waren we nogal verrast door het grote aantal toeristen dat op een boot naar Copacabana zat te wachten. Op 1km van het centrum van het dorpje Yumani hadden we niet gemerkt dat het dorpje die nacht vol met toeristen had gezeten. Gelukkig was er ook voor ons nog een plaatsje op de boot terug naar Copacabana waar we tegen 13u00 op de bus naar La Paz stapten. De eerste etappe in Bolivie was een feit.

PERU

1. Welkom in Peru.
Vanuit Loja (Ecuador) reisden we per bus naar Huaraz (Peru).
Hier vind je een kort verhaal van de lange busrit.
De foto's van Piura en de luxueuse bus vind je hier.

2. Huaraz en Chavin.
Huaraz is een stadje dat op 3090m hoogte aan de "voet" van de Cordillera Blanca ligt. Het is de uitvalsbasis voor trektochten in de Andes en wordt daarom ook wel het Katmandu van de Andes genoemd.
Chavin is een stadje aan de andere kant van de Cordillera Blanca waar je de ruines terugvindt van de oudste bekende beschaving van Peru. Wij bezochten wat er nu nog overblijft van de Chavin-beschaving.
Lees hier alles over onze ervaringen in Huaraz en onze uitstap naar de ruines van Chavin.
De foto's vind je hier.

3. De Santa Cruz trektocht in de Cordillera blanca.
Wij waagden ons aan de Santa Cruz trek in de Cordillera Blanca. Deze trek is een van de meest populaire treks in de bergketen. Je spendeert 4 dagen en 3 nachten in het gebergte en bevind je voortdurend op een hoogte tussen de 3800 en 4500m en je bent na elke bocht van het pad weer stomverbaasd door het prachtige landschap dat zich voor je uitspreidt.
Deze link brengt je naar onze ervaring van de Santa Cruz trek.
De foto's vind je hier.

4. Lima.
We brachten een kort bezoek aan de cultuurrijke hoofdstad van Peru, Lima.
Hier vinden jullie onze impressie.
De foto's vind je hier.

5. De oase van Huacachina.
De kust van Peru is behoorlijk woestijnachtig. Ten zuiden van Peru vind je stadjes in de woestijn zoals Pisco, Ica en Nazca. In plaats van deze stadjes te bezoeken kozen wij er voor om te relaxen aan de oase van Huacachina op een steenworp van Ica. Naast uitblazen aan de rand van een zwembad of de prachtige oase kan je hier ook zandsurfen en een buggy-rit door de woestijn maken. Schitterend!
Je leest alles over onze ervaringen aan de rand van de oase en in de omliggende woestijn via deze link.
De foto's vind je hier.

6. Cuzco
Cuzco is the place to be voor alles wat met de Inca-cultuur te maken heeft. Het was de hoofdstad van het Inca imperium en de eerste en belangrijkste stad die door de Spaanse conquistadores werd gesticht.
De details van onze culturele ervaring vind je hier terug.
De foto's vind je hier.

7. Het Inca trail en Machu Picchu
We vertrokken op een vierdaagse trektocht over de originele route van de Inca's naar Machu Picchu, de wereldberoemde ruines van een Inca-stad hoog in de bergen.
Je vind alle details over de inca-route en Machu Picchu en onze mening daarover hier.
Onze foto's vind je hier.

8. Arequipa en de Colca canyon
Arequipa is de tweede grootste stad van Peru. Je vindt er een groot aantal koloniale gebouwen opgetrokken uit witte lava-stenen, vandaar de bijnaam de witte stad. Wij hebben het met onze eigen ogen gezien.
Vanuit Arequipa ben je snel in de Colca Canyon, een canyon dieper en groter dan de Grand Canyon. We waagden ons aan de afdaling.
Onze impressie van Arequipa en het verhaal van onze afdaling in de canyon vind je hier.
De foto's van zowel Arequipa als de Colca canyon staan hier.

9. Puno en het Titicacameer
Puno is de belangrijkse Peruviaanse stad aan het Titicacameer. Vanuit Puno ondernamen we een tweedaagse expeditie naar de Peruviaanse eilanden in het meer (Islas de los Uros, Amanti en Taquile)
Ons verhaal lees je hier.
De foto's staan hier.

Puno en het Titicacameer

Zaterdag 13 November 2010
Het was een vermoeiende rit naar Puno, die ons wel weer door een prachtig landschap bracht. Net voor Puno stapte er een "fixer" op de bus die ons een hostel en enkele uitstapjes aanraadde. Het hostel bleek dik in orde en niet duur en ook voor de uitstapjes gingen we met Jaime in zee. Een half uur na onze aankomst in Puno zaten we aldus op een boot richting las islas de Uros. Dit zijn een 60-tal artificiele, drijvende eilanden in het Titicacameer op 20 minuten varen van Puno. We meerden aan bij een van de eilandjes waar de plaatselijke bevolking ons al wuivend stond op te wachten. Op het rieten eiland werd er voor ons in een soort poppenkast uit de doeken gedaan hoe zo een drijvend eiland wordt gemaakt. Men begint met het verzamelen van de losgekomen, drijvenden klonten wortels (ongeveer 1-2m dik) van de rietplanten die men in verschillende blokken bij elkaar bindt. Daarna wordt het riet uitgespreid over de wortel-fundamenten, laag per laag steeds in verband. De eilanden worden verankerd in de minder diepe gebieden van het meer. Vervolgens bouwt men op de eilanden hutjes, keukens, een tuintje, een bassin waar men forellen in kweekt/bewaart etc. Men kan zich hier enkel per boot van het ene naar het andere eiland verplaatsen. Elke eiland (5-6 families of ongeveer 20 personen) beschikt over verschillende boten; grote (vooral om toeristen te vervoeren) en kleine rieten kano's en kleine motorbootjes (vooral om te gaan vissen). Na de uitleg over de constructie van de eilanden hadden we nog even de tijd om de hutjes te bezoeken (uitgerust met TV trouwens, die dankzij zonne-energie ook nog werkte ook), de keukens, het tuintje enz. Onvermijdelijk moesten we ook de soeveniers die de families hadden gemaakt gaan bekijken. Na een tijdje op het (kleine) eiland te hebben rondgewandeld, stapten we op een van de grote rieten boten voor een kort tochtje over het meer dat ons prachtige uitzichten op de Uros eilanden bij zonsondergang bood. De te korte tocht was enorm rustgevend, want de boten worden door mankracht aangedreven en je hebt dus geen last van een brullende motor. Later stopten we nog even aan een ander eiland met hotel en restaurant (alles uit riet), alvorens naar Puno terug te keren.

Zondag 14 November 2010
Op zondag vertrokken we al vroeg (7u30) voor een tweedaagse tocht naar de verschillende Peruviaanse eilanden in het Titicacameer. Onze eerste stop was opnieuw las islas de Uros waar we dezelfde uitleg kregen als de dag tevoren. We zaten echter op een ander eiland en kwamen dus met een andere familie in contact wat het toch weer interessant maakte. Na een bezoek van om en bij een uur aan deze eilananden zetten onze boot koers richting Amanti, het grootste Peruviaanse eiland in het meer.
Na een lange tocht (3u), eerder te wijten aan de trage boot dan aan de afstand, bereikten we Amanti waar we door verschillende plaatselijke families werden opgewacht. Wij werden toegewezen aan de familie van Florencia en Eusebio. Hun jongste dochter bracht ons tot aan hun huis waar we de nacht zouden doorbrengen. Voor ons middagmaal hadden we nog een uurtje de tijd dat we gebruikten voor een verfrissende duik in het Titicacameer, 3800m boven de zeespiegel met nog verrassend warm water. Ons middagmaal (soep en hoofdgerecht) was goed, maar beperkt. Vlees is erg schaars op de eilanden en de vis wordt blijkbaar toch niet zo vaak geserveerd als je zou denken.
Met ons buikje toch wel vol begaven we ons naar het dorpsplein waar we hergroepeerden met de hele groep voor een begeleide wandeling naar de top van het eiland. Van daaruit hadden we een schitterend panoramisch zicht over het meer en de Peruviaanse en Boliviaanse kust en konden we nog een mooie zonsondergang meepikken. Op eigen houtje keerden we terug naar onze familie voor het avondmaal.
Later kwam onze groep weer samen voor een uurtje folklore dans in het plaatselijke parochieheem. Iedereen, inclusief alle toeristen, was nu uitgedost in de plaatselijke klederdracht, wat er een leuk spektakel van maakte. Na het dansfestijn wandelden we in het licht van de maan terug naar onze verblijfplaats over het mooi aangelegde pad dat van en naar het dorpsplein leidt. De sterrenhemel was indrukwekkend.

Maandag 15 November 2010
Na de rustigste nacht van onze reis (er is geen verkeer op het eiland, enkel te voet bereik je een ander huis) stonden we om 6u15 alweer buiten om van de frisse meerlucht te genieten en om het eiland te zien wakker worden. Als ontbijt kregen we een soort smoutenbollen geserveerd, erg vettig, maar wel een stevig ontbijt. Anderhalf uur later zaten we alweer op onze pruttelboot die ons tot Taquile bracht.
Daar aangekomen zette iedereen op zijn eigen tempo koers naar het dorpsplein over een opnieuw schitterend aangelegd pad (de eilandbewoners staan bekend als uitstekende steenkappers). Vanop het pad hadden we constant een schitterend uitzicht op zowel het meer als het eiland en de verschillende oevers. Bij aankomst genoten we nog van enkele plaatstelijke administratieve taferelen en een heerlijk kopje koffie. Tegen 11u hadden we met de hele groep een rendez-vous in een restaurant voor een inwijding in de plaatselijke textielcultuur; aan iemands muts, hoed, riem en buideltas kan je hier zien of hij of zij vrijgezel, verloofd of getrouwd is. Bovendien geven de kleren aan of iemand deel uitmaakt van de leiding van het dorp of de 'gewone' gemeenschap. Er is hier trouwens ook geen politie, de burgemeester is tegelijkertijd de uitvoerende en gerechterlijke macht. Een interessant gegeven. De forel die we in het hotel kregen aangeboden was goed, maar niet uitstekend. De rit terug naar Puno was vooral lang. Later die dag werkten we nog wat blogstukjes af, aten we in het hostel en bezochten we het toeristische deel van de stad voor een cocktail.
De nacht zou weer kort zijn, om 7u30 de volgende morgen zou onze bus naar Copacabana vertrekken. Peru zat er op, het was schitterend geweest.

11/15/2010

PERU

1. Welkom in Peru.
Vanuit Loja (Ecuador) reisden we per bus naar Huaraz (Peru).
Hier vind je een kort verhaal van de lange busrit.
De foto's van Piura en de luxueuse bus vind je hier.

2. Huaraz en Chavin.
Huaraz is een stadje dat op 3090m hoogte aan de "voet" van de Cordillera Blanca ligt. Het is de uitvalsbasis voor trektochten in de Andes en wordt daarom ook wel het Katmandu van de Andes genoemd.
Chavin is een stadje aan de andere kant van de Cordillera Blanca waar je de ruines terugvindt van de oudste bekende beschaving van Peru. Wij bezochten wat er nu nog overblijft van de Chavin-beschaving.
Lees hier alles over onze ervaringen in Huaraz en onze uitstap naar de ruines van Chavin.
De foto's vind je hier.

3. De Santa Cruz trektocht in de Cordillera blanca.
Wij waagden ons aan de Santa Cruz trek in de Cordillera Blanca. Deze trek is een van de meest populaire treks in de bergketen. Je spendeert 4 dagen en 3 nachten in het gebergte en bevind je voortdurend op een hoogte tussen de 3800 en 4500m en je bent na elke bocht van het pad weer stomverbaasd door het prachtige landschap dat zich voor je uitspreidt.
Deze link brengt je naar onze ervaring van de Santa Cruz trek.
De foto's vind je hier.

4. Lima.
We brachten een kort bezoek aan de cultuurrijke hoofdstad van Peru, Lima.
Hier vinden jullie onze impressie.
De foto's vind je hier.

5. De oase van Huacachina.
De kust van Peru is behoorlijk woestijnachtig. Ten zuiden van Peru vind je stadjes in de woestijn zoals Pisco, Ica en Nazca. In plaats van deze stadjes te bezoeken kozen wij er voor om te relaxen aan de oase van Huacachina op een steenworp van Ica. Naast uitblazen aan de rand van een zwembad of de prachtige oase kan je hier ook zandsurfen en een buggy-rit door de woestijn maken. Schitterend!
Je leest alles over onze ervaringen aan de rand van de oase en in de omliggende woestijn via deze link.
De foto's vind je hier.

6. Cuzco
Cuzco is the place to be voor alles wat met de Inca-cultuur te maken heeft. Het was de hoofdstad van het Inca imperium en de eerste en belangrijkste stad die door de Spaanse conquistadores werd gesticht.
De details van onze culturele ervaring vind je hier terug.
De foto's vind je hier.

7. Het Inca trail en Machu Picchu
We vertrokken op een vierdaagse trektocht over de originele route van de Inca's naar Machu Picchu, de wereldberoemde ruines van een Inca-stad hoog in de bergen.
Je vindt alle details over de inca-route en Machu Picchu en onze mening daarover hier.
Onze foto's vind je hier.

8. Arequipa en de Colca canyon
Arequipa is de tweede grootste stad van Peru. Je vindt er een groot aantal koloniale gebouwen opgetrokken uit witte lava-stenen, vandaar de bijnaam de witte stad. Wij hebben het met onze eigen ogen gezien.
Vanuit Arequipa ben je snel in de Colca Canyon, een canyon dieper en groter dan de Grand Canyon. We waagden ons aan de afdaling.
Onze impressie van Arequipa en het verhaal van onze afdaling in de canyon vind je hier.
De foto's van zowel Arequipa als de Colca canyon staan hier.

Arequipa en de Colca canyon

Zondag 7 November 2010 tot en met dinsdag 9 November 2010
Na een lange nacht voelde ik me de dag na mijn eerste maagproblemen in Zuid-Amerika een behoorlijk stuk beter en in staat om een slordige 10u lang op een bus nog wat te bekomen. Om 8u zaten we dus op de bus naar Arequipa. Daar aangekomen vonden we vlug een goed hostel en verkenden we nog even het centrum van de stad by night. Daarna opnieuw vroeg in bed, want de maag was toch nog niet optimaal.
's Anderendaags hadden we een algemene rustdag ingelast. We bezochten op ons gemak 'de witte stad', zoals Arequipa ook wel wordt genoemd. De stad dankt deze bijnaam aan de witte kleur van het vulkanisch gesteente waaruit het merendeel van de gebouwen is opgetrokken. We slenterden wat door de straten, bezochten enkele historische gebouwen en regelden alles voor onze volgende etappe: de Colca Canyon.
Na een goed ontbijt op dinsdag volgde er nog een blogsessie van mijnentwege terwijl Nele de sleutel van ons vorige hostel per post terug naar Cuzco opstuurde (in Arequipa teruggevonden in de bagage) en proviand insloeg voor onze busrit naar Cabanaconde. Het eerste deel van die busrit bracht ons door het prachtige Zuid-Peruviaanse landschap, erg woestijnachtig met hier en daar een kleine ogenschijnlijk verlaten nederzetting en grote kuddes lama's, alpaca's en vecunas (nog een soort lama). We zagen zelfs een meertje met enkele flamingo's! Het tweede deel van de tocht leidde ons langs de Colca Canyon, de tweede grootste canyon ter wereld na die van Cotohuasi (enkele honderden km's verderop) en dus nog groter dan de Grand Canyon in Arizona. Net voor zonsondergang kwamen we aan in Cabanaconde waar we onderdak vonden bij een Peruviaans-Belgisch koppel dat daar een schitterend hostel uitbaat. Zij gaven ons de nodige info ivm de mogelijke trektochten in de Colca Canyon tijdens ons gezellig avondmaal met een erg sympathiek Nieuw-Zeelands koppel. Tegen het einde van de avond begon Nele zich te voelen zoals ik op de trein vanuit Machu Picchu. Slecht nieuws dat zich 's nachts vertaalde in meerder toiletbezoeken.

Woensdag 10 November 2010
De nacht was voor Nele verschrikkelijk geweest en we besloten dus op woensdag nog niet aan onze trektocht in de Canyon te beginnen. Nele rustte in de voormiddag nog wat uit, terwijl ik de canyon ging verkennen. Ik vertrok richting de immense afgrond van waar ik de verschillende dorpjes kon zien liggen die we normaal die dag zouden aandoen: Sangalle, ook wel de oase genoemd, dat helemaal onderaan de canyon ligt en verder Malata en Tapay. Op mijn tocht langs de canyon ontmoette ik voor het eerst de Condor van de Andes, een machtig beest. Tegen de middag ging ik even op bezoek bij de zieke die tegen dan al weer voldoende was hersteld om in de namiddag Cruz del Condor te bezoeken, de plaats waar je het meeste kans hebt om condors te zien, zo werd ons verteld. En men had geen ongelijk. Op onze korte wandeling langs de canyon van Cruz del Cura (met een 30 euro cent bus tot aan dat punt geraakt) naar Cruz del Condor werden we constant gevolgd door 4-5 condors die regelmatig over onze hoofden passeerden. Niet enkel de Condors waren schitterend, ook het zicht op de canyon van hieruit was adembenemend. Tevreden keerden we na een anderhalf uurtje terug naar Cabanaconde met een toeristenbusje met 4 gepensioneerde Fransen dat we langs de weg tegenhielden. De pizza, weer samen met de kiwi's, smaakte heerlijk, maar was veel te groot. Geen nood, we konden hem laten inpakken. De ideale lunch voor de volgende dag dus.

Donderdag 11 November 2010
Zonder twijfel werden er in Meeuwen verschillende mensen wakker met een kater na het St-Maartensvuur, wij waren klaar voor onze afdaling in de canyon. Ons doel was Llahuar: een pueblo van volgens mij nog geen 10 zielen aan de monding van een zijrivier in de Colca. Het eerste deel van het pad liep opnieuw over de rand van de canyon. Daarna was het steil bergaf, we zouden die dag 1200m dalen tot aan de Colca. Daar stopten we voor onze Pizza lunch. Ondertussen had een jong (18 en 20) Frans koppel ons ingehaald en samen bewonderden we de geisers net naast de brug over de rivier. Na de lunch was het nog een anderhalf uur stappen tot aan Llahuar. Onderweg passeerden we nog een heus spookdorp, als je drie verlaten huizen en een stal een dorp mag noemen. Tegen 14u checkten we in in de Colca-lodge in Llahuar waar we na een korte dip in de rivier onmiddellijk gebruik maakten van de faciliteiten: een klein warm waterbad naast de rivier. Zalig relaxen na ongeveer 4.5 uurtjes wandelen in een van de diepste canyons ter wereld.
Na dit zalige bad besloten we ons steentje bij te dragen aan het avondeten. In de colca-lodge eten alle gasten 's avonds samen. Op het menu staat er forel... als er door de gasten die dag voldoende forellen werden gevangen in de rivier. Twee Franse gasten hadden ondertussen al een hele buit verzameld dus het zag er veelbelovend uit. Wij losten een ander Frans koppel (Peru stikt van de Fransen en Franstaligen) af dat met 3 vissen terugkeerde naar het hostel. In het half uurtje voor het vallen van de avond dat we nog hadden, slaagde Nele er in een vis te vangen via een haak in zijn staart, zodat ook wij onze bijdrage konden doen. De vis smaakte heerlijk.

Vrijdag 12 November 2010
's Anderendaags waren we alweer vroeg uit de veren voor ons pannekoeken ontbijt. Rond 8 uur zetten we, samen met Brandon, een Canadese reis-auteur die door een reis/trekking-tijdschrift de canyon was ingestuurd voor enkele artikeltjes, onze tocht naar Sorro in. In dit plaatsje, hier misschien 15 zielen, zouden we in de laadbak van een vrachtwagen stappen die ons terug tot Cabanaconde zou moeten brengen. Het pad naar Sorro bracht ons zonder twijfel langs het mooiste gedeelte van de canyon, steile rotswanden, immense ronde, gave rotsblokken in de rivier en langs de oever, cactusvelden, terrassen gevuld met mais, enz. Via een Indiana-Jones brug bereikten we ruim op tijd de open vlakte van waar de vrachtwagen zou vertrekken. Niet lang na onze aankomst kwam ook de vrachtwagen aan met een tiental canyonbewoners en hun waren die ze uit Cabanaconde hadden meegebracht. Daarna was het de beurt aan ons om met de lokale bevolking de laadbak van de vrachtwagen te vullen voor een schitterende rit omhoog. Onderweg pikten we nog hier en daar een extra passagier op die net een of andere plant had geoogst op een van de vele terras-velden die de flanken van de Canyon rijk zijn. Man en oogst krijgen dezelfde plaats in de vrachtwagen en naar het einde toe werd het een beetje wringen, maar het lukte. Tegen 12u30 bereikten we het einde van een van onze meest authentieke ritten tot nu toe. We waren nog net op tijd voor het boeken van een zitplaats op de volgende (overvolle) bus naar Arequipa. Daar brachten we de nacht door en stapten we 's anderendaags op een bus naar Puno. Het Titikakameer wachtte op ons.

Bekijk hier de foto´s die bij deze tekst horen.

Het inca-trail en Machu Picchu

Woensdag 3 November 2010
Op woensdagmorgen waren we al vroeg uit de veren voor wat onze meest toeristische (en tevens duurste) vierdaagse van onze trip zou worden. Bij het ochtendgloren stapten we in het busje dat ons naar het vertrekpunt van het Inca-trail zou brengen. In het busje maakten we kennis met An, een vrouw van 58 uit Londen, een Argentijns koppel Frederico (60) en Patricia en twee Nederlanders (Michiel en Lucas) die samen met ons en onze 2 gidsen Elias en Jose in het avontuur doken. Na een tussenstop in Ollantaytambo bereikten we 3u later (rond 10u) het begin van het "Inca-trail". We staken de Urubamba over, de rivier die in frebuari dit jaar nog fors buiten haar oevers treedde en zo duizenden toeristen gevangen hield in Aguas Caliente (eindpunt van de trek, dichtbij Machu Picchu). Het eerste deel van de trektocht brengt je door een redelijk droog gebied (dry forest) en je passeert er dan al onmiddellijk enkele indrukwekkende inca-ruines zoals die van Llaqtapta. Na een half uurtje doorstappen vanaf deze ruines, waar we door onze gids werden ingeleid in de Inca cultuur, bereikten we de plaats voor onze eerste lunch. Net zoals bij de Santa Cruz trek was deze weer veelbelovend. Onze dragers (porters), 11 plaatselijke boeren in totaal, hadden ons onderweg ingehaald en zij hadden de keukentent en comedor rechtgetrokken en een heerlijke driegangenmaaltijd voor ons voorbereid. We werden verwelkomd met een fris vruchtensapje en voor we aan tafel gingen kon iedereen zijn handen nog even wassen in zijn persoonlijk waskommetje. Je handen afdrogen deed je met een stuk keukenrol dat op een enorm nederige manier werd aangeboden door een van onze verlegen dragers. Voor het verplaatsen van onze stoel sprong er zelfs steevast een porter recht. Zij beschouwen het ons zoveel mogelijk naar onze zin maken als hun taak, maar voor ons was het toch even wennen zo bediend te worden. Wel, de maaltijd (en service) was uitstekend. Na de lunch restte er ons nog een tweetal uurtjes stappen tot Wayllabamba, onze eerste kampeerplaats. Opnieuw was de behulpzaamheid van de dragers overweldigend en de maaltijd schitterend. Na het avondeten speelden we nog even met zijn allen (7 toeristen en 2 gidsen) een kaartspelletje en kropen dan al vroeg (20u30) ons bed in.

Donderdag 4 November 2010
Na een rustige en aangename nacht werden we op donderdag om 6u gewekt door een team van twee dragers met thee (als vanouds in het gebergte mate de coca), een derde drager volgde met ons individuele waskommetje en de keukenrol. Een half uur later zaten we aan tafel voor een uitgebreid ontbijt dat ons door dag twee zou moeten brengen. Ondertussen hadden onze werkmiertjes alle tenten al opgeruimd en stonden ze klaar om ook de rest in te pakken. Dag 2 van het Inca pad staat algemeen bekend als de zwaarste dag omdat je op die dag de Warmiwanusca of dead women´s pass (=4200m - dus 1000m stijgen vanaf onze kampeerplaats) oversteekt. Onze gids raadde iedereen aan om het op zijn eigen tempo te doen. We spraken twee tussenstops tot aan de top af en daarna werd iedereen losgelaten. Ik herinnerde me de tips van onze gids in Huaraz, zocht mijn ritme (vrij stevig al zeg ik het zelf) en wandelde zonder omkijken in een ruk tot aan de afgesproken stopplaatsen. Nele volgde op vrij korte afstand, de Nederlanders lieten iets meer ruimte en werden kort gevolgd door An (58 jaar... chapeau). Frederico en Patricia hadden gewoonlijk het dubbel van de tijd nodig, maar aangezien ze ook dubbel zo oud waren als ons konden we daar absoluut geen punt van maken (integendeel, we waren onder de indruk). De laatste rechte lijn naar de bergpas is werkelijk moordend, steile incatrappen die je het gevoel geven dat je elk ogenblik achterover kan vallen, plus het lichte gebrek aan zuurstof omwille van de hoogte. Ik bevond me steevast tussen de dragers, wat me best wel een goed gevoel gaf als je weet dat de mannetjes bekend staan als snelheidsduivels in de bergen. Ik moet hierbij wel toegeven dat een drager gemiddeld 25kg op de pochel heeft terwijl mijn rugzak "maar" 15kg woog (allemaal spullen van Nele ,-) ). Samen met de Nederlanders, An en José begonnen we na de hergroepering op de bergpas aan de twee uur durende afdaling naar onze tweede kampplaats (ook niet te onderschatten, die trappen wegen best zwaar op je knieen). Ondertussen zaten we al in een vochtiger landschap en was de begroeiing dichter. Vanop de pas konden we het incapad duidelijk zien liggen tot aan onze kampplaats. Best wel cool. Rond 14u30 kwamen we aan. Het bekende lunch-ritueel voltrok zich weer en terwijl we ons voor de siesta in onze tentjes nestelden, arriveerden ook Frederico en Patricia. Voor het avondeten kregen de dragers nog allemaal de kans om zich aan ons voor te stellen (en vice versa). Een ietwat onwennig gebeuren, net kinderen die zich, heel erg verlegen, voorstellen op hun eerste dag in de kleuterklas, maar wel best schattig. De jongste drager was 18, de oudste 58, allemaal droegen ze 25kg met zich mee... Impressive. De dag was zwaar geweest en dus werd het weer niet al te laat.

Vrijdag 5 November 2010
Dag 3 bracht ons over een andere pas en tot in het regenwoud. Het landschap en onze directe wandelomgeving zag er nu volledig anders uit en nog veel mooier. We passeerde nu ook veel meer Inca-ruines, de Machu Picchu kwam duidelijk dichterbij. De groep bleef nu mooi samen en bij elke ruine leerde Elias ons weer iets bij over de Inca-beschaving op zijn eigen grappige en eerlijke manier. Hij tekende vaak zaken op de grond die hij daarna weer zorgvuldig uitwiste. "Are you clearing the evidence, Elias? No, but another guide might have another theory." En zo is het eigenlijk ook met de Inca´s, omdat ze geen geschrift hadden (enkel een gesproken taal) blijft het wat de inca-cultuur en -gewoontes betreft vaak gissen en vertrouwen op mondeling overgeleverde verhalen. Vanop onze lunchspot zagen we de achterkant van de Machu Picchu (Oude berg) liggen waarachter de bekende ruines zich verschuilen. Onze kampeerplaats lag 2 uurtjes verder, en 1000m lager. Stevig dalen dus over de intacte inca-tredes waarvan sommige uitgehouwen in de rotsen. Het is best wel een beetje speciaal om te weten dat je over een weg wandelt die 700 jaar geleden werd aangelegd en pas 60-70 jaar geleden bij het grote publiek bekend geraakte.

Zaterdag 6 November 2010
De laatste etappe naar Machu Picchu begon wel heel erg vroeg. De waskom-drager maakte ons al om 3u45 wakker, voor thee was er die morgen geen tijd. De reden: de dragers moeten om 5u al op de enige "drager-trein" naar Cusco zitten met alle bagagge. Na het ontbijt hadden wij nog even de tijd om goed wakker te worden alvorens aan te schuiven aan de toegangspoort van het laatste deel van de trek. Dit laatste stuk brengt je door een schitterende natuur met ontelbare Orchideeen en colibris allerhanden. Na een laatste stevige klim over de incatrappen bereikten we rond 7u30 de zonnepoort van waaruit je een prachtig zicht hebt op de Machu Picchu site... als het niet te mistig is. En het was mistig... Maar niet getreurd, 5 minuutjes wachten en de mist trekt langzaam weg en legt beetje bij beetje de historische site bloot... Zowaar nog beter als zonder mist. Nadat we het geheel hadden overschouwd, daalden we verder af naar de ruines. We hadden het echt getroffen met onze gids, op heel overtuigende manier vertelde hij niet alleen alles over de site zelf, maar ook over de ontdekking ervan. Bovendien gaf hij over alles zijn eigen mening (o.a. vindt hij dat de ontdekkers onder leiding van Bingham de site hebben vernietigd door de basisnormen van de archeologie volledig naast zich neer te leggen (schrijf op waar je wat weghaalt en vernietig geen rechtstaande gebouwen) ) en ondanks zijn overtuiging liet hij ons wel beseffen dat het niet allemaal exact zo hoeft te zijn zoals hij aan ons verkondigde.
Na het bezoek aan de site daalden we met zijn allen af tot in Aguas Calientes, het stadje aan de voet van de berg dat enkel hier is gebouwd omdat hier de Machu Picchu ligt. We lunchten in een plaatselijk restaurant (wat me later zuur opbrak) en gingen daarna nog even nagenieten in de thermische baden van het stadje samen met de Nederlanders. De treinrit terug naar Cusco zou mooi moeten zijn, ik kon er echter niet van genieten omdat mijn maag me behoorlijk parten speelden, wat zich aan het einde van de rit uitte in de typische symptomen van de reizigersziekte. Toen we terug in Cusco aankwamen was ik dus volledig aangewezen op Nele. Van zodra ze een kamer gevonden had voor ons, legde ik me in bed en was er geen haar op mijn hoofd dat er aan dacht om de volgende dag op de bus naar Arequipa (=10u) te stappen... (to be continued).

Bekijk hier de foto´s die bij deze tekst horen.

11/09/2010

Cuzco en de heilige vallei van de Inca's

Donderdag 28 Oktober 2010 tot en met dinsdag 2 November 2010
Cuzco is by far de meest toeristische stad die we op onze reis al zijn gepasseerd, maar het is ook zeker een van de mooiste. In de hele stad vind je nog stukken van de originele Inca-muren terug en je kan er overaal koloniale kerken bezoeken. Daarnaast is de hele stad omgeven door mooie bergen en vind je vlakbij de 'heilige vallei' met enkele inca-ruines terug. Genoeg te zien dus, waardoor we dan ook besloten onze tijd te nemen om de stad en de omgeving te bezoeken. In de stad zelf bleven we een 3-tal dagen. Met het toeristisch ticket dat we gekocht hadden, konden we verschillende kerken, musea en historische sites bezoeken. Vooral de kathedraal vonden we de moeite waard...
Daarnaast exploreerden we gedurende 2 dagen de heilige vallei. Overal in Cuzco zijn er reisorganisaties die voor 20 sol (ongeveer 5 euro) een dagtour aanbieden waarbij je 3 inca-ruines kan bezoeken en 's avonds terug naar Cuzco keert. We sloten ons bij zo een tour aan, maar haakten af bij de 2de ruine die we bezochten, die van Ollantaytambo om daar te blijven slapen. Hierdoor konden we de impressionante ruines van Ollantaytambo op ons eigen ritme verkennen. Eerder die dag hadden we met de tour al de ruines van Pisac bezocht, maar daar konden we owv het strakke schema maar 1u blijven. Eigenlijk veel te kort om deze uitgestrekte site met duizende terrassen, indrukwekkende gebouwen en de grootste bekende begraafplaats, echt te bezichten. En omdat we dat in Ollantaytambo niet opnieuw aan de hand wilden hebben, zeiden we onze groep na de rondleiding vaarwel. We spendeerden na de rondleiding met de groep nog een extra uur aan de ruines van het vroegere Inca-fort. Ollantaytambo is de enige stad in Peru die volledig op de funderingen van de Inca-stad is gebouwd. Het grondplan (en het rioleringssysteem) is dus nog volledig hetzelfde als 600-700 jaar geleden. Ollantaytamba was net zoals Pisac een rustplaats langsheen het uitgestrekte inca wegennetwerk (alle steden die "tambo" in hun naam dragen zijn oude rustplaatsen langs dit wegennetwerk). Na het bezoeken van de terrassen en de zonnetempel klommen we de bergflank die tegenover de ruines ligt omhoog om de oude graanschuren van de Inca's van dichterbij te bekijken en om op die manier een mooi zicht te hebben op de ruines van het fort (dat trouwens in de figuur van een lama gebouwd was). De klim stelde niet teleur. Vanop deze hoogte konden we inderdaad de lama-vorm van het fort aanschouwen (iets waar ik voordien niet veel geloof aan hechtte) en we konden de zon achter de ruines zien ondergaan, ook best mooi. We waren zelfs zo onder de indruk van de ruines van Ollantaytambo dat we ze de volgende dag in de vroege ochtend (wanneer de zon op de zonnetempel schijnt) nogmaals (kort) bezochten.
Daarna zetten we koers naar Maras, een klein dorpje verderop in de heilige vallei. Van daaruit namen we een collectivo (een soort taxibus) naar de historische site van Moray. Moray was ten tijde van de Inca's een soort agricultuur-experiment: allerlei terrassen op de flank van een berg waar de Inca's verschillende gewassen op verschillende hoogtes (en dus ook verschillende temperaturen) probeerden te verbouwen. Speciaal, en erg interessant om te zien. Vanuit Moray kregen we van een ouder koppel uit Lima een gratis lift aangeboden naar Maras vanwaaruit we, na een lunch aan een kraampje (het enige 'restaurant' in de stad), aan onze wandeltocht naar Salinas begonnen. Salinas ligt op ongeveer 7 km van Maras en men ontgint er al honderden jaren zout uit het (zout-) water dat van de bergen uit de omgeving stroomt. Tijdens onze (mooie) wandeling kregen we het gezelschap van een sympathiek Frans koppel, met wie we wat reistips voor de komende maanden uitwisselden. De zoutbassins waren echt spectaculair. Ineens zie je tussen de bergen en het 'far west'-landschap meer dan 4000 kleine witte zoutbassins opduiken! In de bassins laat men een kleine laag water vanuit de bergen stromen waarna men het water laat verdampen zodat men vervolgens het zout gewoon kan opscheppen uit de bassins. We zagen enkelen arbeiders met grote kommen aan het werk: en maar zout scheppen! Dat er hier zoveel zout in het bergwater zit zou te maken moeten hebben met de geschiedenis van het gebied als oceaan. Tijdens de vorming van de Andes werd de werd de bodem hier omhooggeduwd en ontstond er een zoutmeer dat later opdroogde. Als we de mythe zouden moeten geloven, is het echter allemaal 'de schuld' van de Zonnegod. Volgens de mythe wilde hij de bevolking van Maras straffen omdat die weigerde het land te bewerken. Nadat we de zoutbassins verkend hadden, wandelden we verder naar de hoofdweg doorheen de heilige vallei waar we opnieuw een gratis lift aangeboden kregen (ditmaal van Julio, een local op weg naar Cuzco) tot aan onze volgende bestemming in de heilige vallei: Chinchera. Ook daar zijn er weer Inca-ruines te zien. Twee uurtjes later zaten we alweer in een collectivo richting Cuzco. Onze laatste volledige dag in Cuzco, vooraleer we aan het Inca-trail naar Machu Picchu begonnen, brachten we apart door. Ik wandelde nog wat door de smalle straatjes van het supergezellige San Blas (een wijk in Cuzco) en relaxte enkele uren op een zonnig terrasje, terwijl Dries nog de ruines van Tambomachay (het sauna en jacuzzi oord van de Inca), Puka Pukara (een vooruitgeschoven verdedigingsstadje voor Cusco), Q'enqo (een tempelcomplex gedeeltelijk uitgehouwen in de rotsen) en Sacsayhuaman (het militaire en administratieve centrum van Inca-Cusco en het hoofd van de jaguar-vorm van Cusco - van bovenaf gezien) in de nabije omgeving van Cuzco bezocht. Daarna restte ons enkel nog het klaarmaken van onze rugzakken voor onze 4-daagse wandeling over de oude Inca-weg naar Machu Picchu. We waren er helemaal klaar voor...

Huacachina

Dinsdag 26 Oktober 2010 - Woensdag 27 Oktober 2010
Het origineel plan was om de bus vanuit Lima naar Pisco te nemen om dan vandaaruit naar het nationaal park van Paracas te gaan, maar dat bleek ons -eens in Pisco gearriveerd- teveel moeite en vooral te duur. Dus stapten we maar weer terug op de bus richting Ica. We stopten daar niet echt voor de stad zelf maar eerder voor de Oase van Huacachina. Een echte, sprookjesachtige oase temidden van de Peruviaanse woestijn (ja hoor, er is wel degelijk een woestijn in Peru) op enkele kilometers van de stad. Aan de rand van de oases (die trouwens afgebeeld staat op het geldbiljet van 50 sol) vonden we een hostel waar we ons tentje in de tuin konden opslaan. Datzelfde hostel organiseerde ook vrij goedkoop zandbuggytours met de mogelijkheid tot zandboarden. Ideaal dus, want dat was voor ons een van de redenen om naar hier te reizen. In de loop van de namiddag konden we de sandboards al eens uittesten op de duinen rond het oase. Het bleek toch nog iets anders en moeilijker te zijn dan snowboarden... maar het was best leuk en we kregen er gratis en voor niks ook nog eens een mooie zonsondergang in de woestijn bij. De volgende dag genoten we de eerste uren van de rust aan het zwembadje van ons hostel. In de namiddag stond onze zandbuggytocht op het programma. De tocht door de woestijn in de uitvergrote buggy was super. De chauffeur, Antonio, kent de duinen als zijn achterzak en hij schuwde geen scherpe bochten noch steile afdalingen. Geweldig!!; vonden wij. Een van onze medepassagiers dacht er anders over en was het k..tsen nader dan het lachen, om maar een idee te geven van hoe het er aan toe ging. Ergens in het midden van de woestijn, temidden immense duinen, was het dan tijd voor het echte werk met de sandboards. We begonnen rustig en rechtopstaand op enkele kleinere duinen, maar schakelde later voor de echte monsters van duinen toch maar over op een andere houding. Op onze buik was het toch iets veiliger, maar ook nog eens veel sneller en leuker dan ongecontroleerd op twee benen. Voor onze neus zagen we nog wat Nederlanders te enthousiast, "te menens" hard crashen wat het geheel natuurlijk nog interessanter maakte ;). Na 2u zat onze uitstap er jammer genoeg op. Snel de douche onder (want dat zand kruipt werkelijk o-ve-ral), en dan de nachtbus naar Cuzco op... Maar liefst 18u op de bus...

11/08/2010

Lima

Maandag 25 Oktober 2010
Onmiddellijk na de Santa Cruz trek en nog dezelfde dag (zondag) namen we een nachtbus naar Lima om daar tegen 7u 's morgens aan te komen. Na onze 4-daagse wandeltocht doorheen het mooie en verlaten landschap van de Cordillera Blanca, waren we niet 100 procent klaar voor de drukte van de hoofdstad van Peru die maar liefst 9 miljoen inwoners telt. We twijfelden zelfs even of we niet ineens zouden doorrijden naar onze volgende bestemming, maar besloten uiteindelijk de stad toch een kans te geven, volledig terecht zo bleek. Ja, Lima is supergroot, maar het oude centrum van de stad is eigenlijk klein en kan je gemakkelijk op 1 dag bezoeken als je de musea overslaat. In dat oude deel van de stad is het helemaal niet zo druk en kom je voortdurend toffe pleintjes en mooie gebouwen tegen. In de voormiddag doolden we wat door de kleine straatjes. Klokslag 12u stonden we, samen met tientallen andere toeristen (en locals, zo gaf een oudere Peruaan naast me ons de nodige uitleg) paraat aan het Plaza Mayor voor het Presidentieel Paleis om de wissel van de wacht aan te schouwen. Het geheel ging gepaard met veel getrommel en getrompetter en gedurende 10 minuten zagen we enkele 'wachters' met veel show het plein opwandelen (allemaal mooi tegelijk, best wel cool om eens te zien), maar van de zogenaamde wissel zagen we niet veel... het leek ons eerder een verdwijning van de wacht :). In de namiddag bezochten we de San Francisco-kerk en haar catacomben (waar je nog steeds botten van duizenden mensen kunt zien liggen...een beetje luguber eigenlijk) en namen we een minibusje naar de top van de berg San Cristobal. Van daaruit heb je een mooi zicht over de hele stad. We sloten de dag af zoals dat hoort in de hoofdstad van Peru: met de cocktail waar het hele land (terecht) fier op is, de Pisco Sour! Mmmm...

Santa Cruz trek in de Cordillera Blanca

Donderdag 21 Oktober 2010
Donderdagmorgen om 6u stond Max ons in de lobby van ons hostel op te wachten. Hij begeleidde ons tot aan de minibus die ons naar Cashapampa zou brengen, het vertrekpunt van onze trek doorheen de Cordillera blanca. Na een goed ontbijt en een rit van om en bij de twee uur (even opgehouden door een kleurrijke processie midden in de bergen) bereikten we ons vertrekpunt. Net voor we daar aankwamen had onze chauffeur langs de weg nog een man aangesproken die later onze arriero bleek te zijn. De arriero is de ezeldrijver. Wij zouden 3 ezeltjes meekrijgen die instonden voor het transport van het kook-en kampeermateriaal. De man wist dus om 10u in de voormiddag dat hij pas 5 tot 6 dagen later weer thuis zou zijn. Hij zou nog moeten terugwandelen, wij zouden vier dagen doen over de Santa Cruz trek.
De eerste kilometers kondigde zich veelbelovend aan, onmiddellijk klommen we door een een ravijn omhoog naar een plateau/rivierbedding in het gebergte. Onze gids, Lucas, liet ons meteen verstaan dat het in het bergop gaan belangrijk was om in je ritme te komen, dit ritme ongeveer een klein uurtje vol te houden en dan 10 tot 15 minuten te rusten. Het "ritme" van Lucas was behoorlijk stevig, maar onze groep van 6 (Lucas (PER), Sam (FRA), Nick (SUI), Johannes (AUT), Nele en ik) bleef op die eerste dag toch mooi samen.
Na 4 uur stappen bereikten we de locatie van onze eerste kampeerplaats op 3760m hoogte. Even later waren we allemaal nogal onder de indruk van de timing van het Galaxie-expeditions team; nog geen 5 minuten nadat we op onze kampeerplaats waren aangekomen arriveerden ook onze kok, Umberto (PER) en onze arriero met zijn drie ezeltjes. 10 minuten later stonden onze drie slaaptenten alsook de comedor (de eettent), de "cocina" (keukentent) en de wc-tent recht en kregen we voor het eerst mate de coca geserveerd. De coca bladeren geven je de nodige kracht om op grote hoogte de geleverde inspanningen te verteren of te leveren. De locale bevolking maakt er sowieso gretig gebruik van en vooral in Colombia zijn ze populair voor het maken van cocaine. Coca cola is trouwens gebaseerd op mate (thee) de coca...
Toen we tegen 6 uur ons kaartspelletje onderbraken voor het avondeten wisten we helemaal dat het goed zat met ons begeleidersteam. De maaltijd die we kregen geserveerd moet zowat de beste zijn die we tot dan toe op onze reis hadden veroberd en onze metgezellen (enkelen al 6 maanden aan het reizen) dachten er net zo over. We hadden een schitterende, zonnige eerste dag in de Andes achter de rug, ons buikje was goed gevuld, een volle maan en drie ezeltjes waakten over ons en dus kropen we al vroeg (20u) in ons bedje voor een toch wel wat frisse nacht...

Vrijdag 22 Oktober 2010
Om zoveel mogelijk van de ochtendzon te genieten valt de wake-up call in de Andes ongeveer samen met het krieken van de zon. Om 6u30 wordt onze tent heen en weer geschud, om 7u zitten we aan de ontbijt-tafel. Onze tenten zijn dan al opgeruimd en onze rugzakken staan al klaar. Tegen 7u30 - 8u zijn we op pad. Op dag twee volgen we dezelfde rivier die verantwoordelijk is voor de ravijn die we gisteren trotseerden, passeren we hier en daar een paardje of twee en komen we de eerste bergmeren tegen. De besneeuwde Andes-toppen (enkele hoger dan 6000m) komen steeds dichterbij. De solidariteit in de groep is iets minder groot dan de dag ervoor. Het wordt een zware dag en Lucas heeft ons aangeraden om de weg op ons eigen tempo af te leggen. Nick heeft een beetje last van de hoogte (en van een al te makkelijke stoelgang) en hinkt wat achterop. Nele staat flink haar mannetje, maar geeft met haar kortere beentjes toch af en toe een twintigtal metertjes prijs op het koptrio. Ik bevind me ergens tussen de strevers en de fotograaf van dienst (Nele). Regelmatig houden we halt voor een hergroepering, om wat bij te leren over het gebergte, de streek(bieren) en het land, of gewoon om samen te genieten van het schitterende landschap.
De eerste etappe van de dag leggen we aan een behoorlijk tempo af, Lucas vindt dat we er nog allemaal fris uitzien en dus wordt er beslist om een omwegje van 7km te maken richting een uitzichtpunt en een hooggelegen gletsjermeer. Eens onderweg blijkt het hier niet om een simpele omweg te gaan, maar wel om een omweg die ons in geen tijd nog eens een stuk hoger zou brengen. Een stevige klim dus, maar het loonde de moeite. Het uitizcht is adembenemend en de duik in het gletsjermeer (4200m hoogte) erg verfrissend. Langer dan 15 seconden duurde die duik (in Adams-kostuum btw) niet, maar ik kon deze "once in a life time opportunity" niet aan me laten voorbijgaan. Na het nuttigen van onze lunch lieten we de krakende en kreunende (duidelijke hoorbaar) gletsjer achter ons en zetten we de afdaling in naar camp 2 aan de voet van de Taullirahu (5830m). Het laatste gedeelte van de route lag iets hoger op de flank van de vallei zodat we een mooit zicht hadden op de weg die we eerder die dag aflegden. Impressionant en het geeft je bovendien een groot gevoel van accomplishment om te zien hoe ver je gewandeld hebt.
Onze ezeltjes en kok waren ondertussen al aangekomen op onze kampplaats en 5 minuten na aankomst zaten we dus al weer aan de coca thee, terwijl we gezamelijk onze leningheid ten toon spreidde. Ik won met grote voorsprong. Ik was duidelijk de stijfste bok van het gezelschap (ik werk er aan...). Later die dag; kaartje gelegd, buikje gevuld, al de kleren die we bijhadden aangetrokken (het kan koude zijn 's nachts op 4250m hoogte) en de slaapzak in.

Zaterdag 23 Oktober 2010
Om 7u30 's anderendaags waren we al weer op pad. We zouden vandaag een berpas oversteken net naast de Taullirahu. De eerste 2u van de dag zouden we 500m stijgen. Lucas liet zich weer even gaan en, wetende dat het daarna enkel nog bergaf ging zijn, besloten Sam en ik hem op de voet te volgen. Kappotmakerij noemen ze dat in Meeuwen, maar je voelt wel dat je leeft, absoluut. 2 uur na ons vertrek hergroepeerden we voor een machtig zicht vanop Punta Union over de Santa Cruz vallei. We hadden de Cordillera Blanca overgestoken. Een snelle blik op de kaart stelde ons gerust; Downhill from here. Het landschap aan de andere kant van de bergketen was lichtjes anders - je kijkt nog steeds tegen een schijnbaar onoverbrugbare bergketen aan (de Andes bestaat hier uit 3 parallele ruggen) - maar de vegetatie verschilt. Het grootste verschil is er misschien eentje dat niet onmiddellijk duidelijk is, maar wel frapant. De beekjes en riviertjes die we voor de berpas tegenkwamen voeren smelt- en regenwater af naar de Pacifische Oceaan, terwijl we na de bergpas enkle nog water zagen vertrekken op een wel heel erg lange tocht naar de Atlantische Oceaan!
De hoogte (Nick) en een foute schoenkeuze (Johannes) zorgden voor grote afstanden tussen de leden van onze expeditie zodat we soms wel een tijdje wachtten om weer allemaal samen te komen. Gelukkig zagen we onze ezeltjes veilig passeren en wisten we dus dat er ons bij aankomst een heerlijk kopje thee stond te wachten. We kruisten ook toeristen die de trek in de andere richting ondernamen, zij zagen er heel wat minder gelukkig uit. In de andere richting is de trek dubbel zo zwaar, want je stijgt op dag 2 non-stop gedurende 7-8 uur... afzien. Voor ons was het dalen tot aan onze laatste kampplaats, waar we door de plaatselijke bevolking werden verwelkomt met bier en cola aan Andes-prijzen. Nick liet zich gaan, maar de rest van de groep hield het bij thee en coca (zonder de cola).

Zondag 24 Oktober 2010
Zondag en dus mogen we iets langer slapen; hadden we gehoopt, maar nee. Onze arriero begint vandaag nog aan de terugweg en dus helpen we hem een beetje door niet te laat te beginnen aan onze 2-3 uur durende laatste etappe. Om half acht op pad met andere woorden. We zitten duidelijk terug in de bewoonde wereld en komen regelmatig wat gedomesticeerde fauna tegen. In Valqueria - het eindpunt van onze trek - wachten we na aankomst een 3-4 tal uur op ons transport terug naar Huaraz. Onze ezeltjes zijn met hun baasje al terug op weg naar huis, 45km stappen voor de kiezen, wij hadden in totaal 52km afgelegd de laatste 4 dagen (de 7km lange omweg inbegrepen) en dat was voor iedereen voldoende.
De rit terug naar huis was geen saaie bedoening, in tegendeel. We passeerden de Pisco (>6000m) waar twee jaar geleden nog een Amerikaanse skier een afdaling dacht te gaan doen, hij keerde terug naar de USA in een kist. Verder zagen we nog global warming at work in een duidelijk teruggetrokken gletsjer, reden we over een immense (en beetje schrikwekkende berpas) en stopten we even aan de schitterende lagune Churup. Ruim 6 uur later stapten we uit onze minibus in Huaraz. We hadden er een schitterende vierdaagse opzitten en zonder twijfel een van de absolute hoogtepunten van onze reis op zitten.

Huaraz en Chavin

Dinsdag 19 Oktober 2010
Onmiddellijk bij aankomst in Huaraz werden we, zoals in de meeste busterminals in Peru, opgewacht door eigenaars van verschillende hotels en reisbureaus die ons meteen met informatie overstelpten. Ik ben daar geen grote fan van -ik bekijk het liever allemaal op mijn gemak- maar Dries kan er beter mee om en hoorde hen wat uit. We besloten met 1 van hen, Max, mee te gaan naar zijn hotel. Hij liet ons 2 kamers zien, en toen hij merkte dat die niet 100 procent aan onze verlangens voldeden, nam hij ons gewoon mee naar een ander hotel waarvan hij bevriend was met de eigenares. Zo gaat dat hier blijkbaar, 1 voor allen, allen voor 1...:). Dit hotel stond ons al iets meer aan en we besloten dan ook om er de 2 komende nachten te verblijven. Iets later stond de Max opnieuw voor onze neus. Hij is blijkbaar niet enkel 'hotel-regelaar', maar hij baat ook een reisbureau uit. En omdat we hem eerder verteld hadden dat we de 'Santa Cruz' 4-daagse wandeltrektocht wilden doen in de Cordillera Blanca (het Witte Gebergte), kwam hij met een interessant voorstel af. We waren eigenlijk van plan om de wandeling zonder reisbureau te ondernemen, maar het voorstel van Max klonk zo goed dat we besloten toch met hem in zee te gaan. Het nadeel dat het sowieso iets meer kost met een reisbureau (ook al hebben we het voor een heel goede prijs kunnen regelen) woog voor ons niet op tegen de talrijke voordelen: transport heen en terug is geregeld, al het voedsel is gekocht, er gaat een gids mee, we zijn met een kleine groep, er gaan ezeltjes mee om de bagage te dragen, er gaat een kok mee om het eten klaar te maken, we kunnen een tent van de organisatie gebruiken...
Max' overtuigingskracht was zelfs van die aard dat we ook nog tekenden voor een daguitstap (voor de volgende dag) naar de Chavin-ruines van Huantar. Deze ruines liggen op ongeveer 100km van Huaraz en horen bij de belangrijkste archeologische plaatsen van Peru. Volgens archeologen dateren de ruines van ongeveer 1000 jaar voor Christus, toen de Chavin-cultuur in volle expansie was. Dat is vele jaren voor de Inca's en de ruines van Machu Pichu! Best belangrijk dus. Nadat we alles geregeld hadden, was het hoog tijd om een goede regenjas en een warme fleece voor Dries te gaan kopen. Nu onze eerste 'echte' wandeling in zicht kwam, leek ons dat toch wel noodzakelijk. Na veel gepas, genegocieer en op en af gewandel tussen verschillende winkeltjes, konden we een regenjas en een fleece van 'The North Face' op de kop tikken voor 150 sol (ongeveer 40 euro). Of het 'the real stuff' is, is dus voor twijfel vatbaar, maar ze hebben hun eerste test inmiddels toch met glans doorstaan, dus we klagen niet. Om de dag af te sluiten, gingen we inkopen doen op de plaatselijke markt (die zeker minder mooi en minder gestructureerd was dan de markten die we in Ecuador al bezocht hadden, maar die door de verkoop van enkele eigenaardigheden -cavia's, geitenkoppen, hele varkens en hun ingewanden,...- toch niet minder interessant was) en maakten we weer een heerlijk fruitslaatje klaar.

Woensdag 20 Oktober 2010
Over de Chavin-cultuur is nog maar weinig bekend. Ook de Chavin-ruines van Huantar blijven voor het grootste deel nog een mysterie voor de archeologen en antropologen. Waren de Chavin afstammelingen van de Maya's uit Centraal-Amerika of liggen hun wortels eerder in het Amazone-oerwoud? Werkten de Chavin ook al met een kalenderweek van 7 dagen of symboliseert de '7' die op verschillende plaatsen terugkomt in de tempels (7 zuilen, 7 trappen, ...) iets anders? Men weet over deze oude cultuur bijna niets met 100 procent zekerheid. En dat maakte het bezoek aan de ruines voor ons nog net iets mysterieuzer en interessanter. Maar voor we bij de ruines waren, moesten we eerst een busrit van ongeveer 3u afleggen, samen met een tiental Peruviaanse toeristen en onze gids. Een eerste tussenstop maakten we bij het Querococha meer op 3980m hoogte. Echt heel mooi. Er waren zelfs lama's aanwezig om het hele plaatje compleet te maken. Via een.tunnel staken we het Andes-gebergte over en 1,5u later kwamen we, in de regen (die ons bezoek zelfs even in gevaar bracht), aan bij de ruines. Deze ruines zijn niet meteen superimpressionant, maar omdat ze bij de oudste ruines van het hele continent horen, toch wel heel belangrijk. De tempel in het centrum van de site is het pronkstuk van het geheel. Op de tempel kan je nog duidelijk enkele afbeeldingen van de voor de Chavin-cultuur goddelijke figuren van de jaguar, slang en arend onderscheiden en ook in het ondergrondse labyrinth kom je belangrijke heilige stenen tegen. Ook interessant om te zien was het hele ondergrondse rioleringssysteem dat de Chavin gebruikten, niet enkel om het regenwater af te doen vloeien, maar ook om, met behulp van echo's en andere geluiden in de 'riolen', vijanden te doen schrikken en zo op een afstand te houden of de buren uit te nodigen voor een religieus feest. Na 1,5 uur hadden we alles op de site kunnen bewonderen en na een korte lunchpauze konden we weer voor 3u de bus op. Gelukkig was er vanuit de bus nog vanalles te zien...het landschap is hier echt fantastisch. Tegen 19u waren we terug in Huaraz, waar we nog snel een soepje (al zijn dat hier serieuze maaltijdsoepen...) gingen eten en daarna doken we vroeg ons bed in. De volgende dag stond de 4-daagse Santa Cruz-wandeling immers op het programma...

Welcome to Peru

Zondag 17 - Dinsdag 19 Oktober 2010
Vanuit Loja gaat het over goed bereidbare (nog eens: president Correa is uitstekend bezig wat infrastructuur betreft) naar Maracas waar je de grens met Peru oversteekt. Aan de grensovergang moet je even uit de bus om administratief Ecuador te verlaten en Peru binnen te gaan. Voor mij ging dat gepaard met een muggensteek of 9... Welkom in Peru!
We hadden Loja rond 23u (zondag) verlaten en reden Peru binnen om 4u15 's nachts (maandag), tegen 8u waren we in Piura (Peru). Onze volgende bus Piura-Trujillo zou pas om 13u30 vertrekken en we hadden dus even de tijd om Piura te verkennen. Piura is een industrieel stadje in het noorden van Peru, maar ondanks de korte tijd die wij er spendeerden zou ik toch durven zeggen dat het stadje karakter heeft. Het centrale plein voor de kathedraal is erg mooi en de mensen zijn er enorm vriendelijk. De meest hulpvolle man die we tot nu toe zijn tegengekomen is zonder twijfel de bediende op het plaatselijke bureau van de Peruviaanse toeristische dienst. We hadden het geluk de processie van de patroonheilige van Peru te mogen meemaken in Piura en bezochten nog het huis/museum van admiraal Grau, een Peruviaanse held uit de oorlog om de Pacifische Oceaan die Chili tegen Peru en Bolivie opzette.
Na een stevig middagmaal (voor Nele toch) zetten we koers richting Trujillo. 8u bus overdag. Ideaal om de blog naar het Engels te vertalen zodat het Montrealese gedeelte van onze vrienden ook kan meevolgen. We waren beiden nogal verrast door het desolate, woestijnlandschap in het noorden van Peru. Nu we al wat verder hebben gereisd, zijn we er achter dat heel de kust van Peru vooral woestijn is. Schitterend, maar o zo droog. In Trujillo stapten we van de ene bus in de andere. Dit keer namen we plaats in een nachtbus en het was voor ons de eerste kennismaking met de ongelooflijke luxe van de Peruviaanse busvloot. De wegen in Peru zijn tien keer slechter dan in Ecuador, maar daartegenover staat dat de bussen honderd keer luxueuser zijn. We voelden ons net in de businessclass van Emirates Airlines, stewardes en al. 10 uur later stapten we uitgeslapen - of toch bijna - uit onze bus in Huaraz. Onze eerste echte stop in Peru. Ondertussen was het dinsdagmorgen, ongeveer 7uur...

ECUADOR

1. Quito, Otavala & Mitad del mundo.
Geladen met elk een grote en kleinere rugzak verlieten we ons appartement in Montreal op donderdagochtend 23 september. Ongeveer 15 uur later kwamen we na een vlotte reis aan in Quito, de hoofdstad van Ecuador. Hier zouden we in totaal acht dagen verblijven. De eerste drie dagen bezochten we Quito en omstreken, de laatste 5 dagen volgden we Spaanse les in de oude stad, gecombineerd met een verblijf bij een plaatselijke familie.
Lees hier verder over Quito, Otavala & Mitad del mundo.
Hier vind je de foto's van Quito,
Otavalo en Mitad del mundo.

2. Cotopaxi
De Cotopaxi is de tweede hoogste vulkaan van Ecuador en een van de hoogste actieve vulkanen ter wereld. We fietsten van deze vulkaan naar beneden, kampeerden waar normaal de lava stroomt en beklommen de vulkaan tot op een hoogte van 5000m.
Lees hier alles over onze avonturen op en rond de Cotopaxi.
De foto's vind je hier.

3. Quilotoa-loop
Quilotoa is een klein stadje in het centrum van Ecuador dat vooral bekend is om haar kratermeer. Je kan er een schitterende wandeling maken omheen het kratermeer en door de valleien naar nabijgelegen stadjes. Wij lieten dat niet aan onze neus voorbij gaan.
Lees hier verder over onze wandeling.
De foto's vind je hier.

4. Banos en Puyo
Banos is een klein stadje dichtbij de Tuguranhua vulkaan en dankt daaraan zijn heerlijke warmwaterbaden. Puyo ligt op de grens tussen de "bewoonde" wereld en het regenwoud, de ideale uitvalsbasis voor een jungle-trip.
Hier vinden jullie meer over Banos en onze fietstocht naar Puyo.
Hier vind je de foto's van Banos. De foto's van onze fietstocht naar Puyo vind je hier.


5. Shuar-stam
Vanuit Puyo brachten we een bezoek aan een Shuar familie.
Je kan hier alles lezen over onze avonturen in het oerwoud.
De foto's vind je hier.


6. Monta\~nita en Isla de la plata
De eerste weken van onze trip waren vrij zwaar geweest en we waren toe aan een beetje rust. Waar kon dat beter dan aan de kust.
Je kan hier ons verhaal lezen over ons verblijf aan de kust en onze trip naar Isla de la Plata.
Onze foto's vind je hier.


7. Cuenca en Cajas
Na ons heerlijk verblijf aan de kust reisden we verder naar een van de mooiste historische steden van Ecuador, Cuenca en brachten we een bezoek aan het Parque Nacional de Cajas.
Lees hier ons verhaal.
Bekijk de foto's hier.

8. Vilcabamba and the road to Peru
Alvorens naar Peru af te reizen, verbleven we nog een nacht in Vilcabamba, de stad waar iedereen geweldig oud wordt.
Je vindt die passage hier.
Volg deze links voor de foto's van Vilcabamba en van de busreis.

Vilcabamba

Zaterdag 16 Oktober 2010
We bereikten Vilcabamba slechts 's avonds laat en zochten even naar een hostel. We vonden er eentje met zwembad, sauna en jacuzzi voor een appel en een ei en trokken nog even het stadje in om de innerlijke mens te sterken. In het centrum was er een klein feestje bezig, geheel met geluidswagen (stel je er niet te veel bij voor) en DJ zoals je die bij ons enkel nog vindt op het trouwfeest van de plaatselijke bakkerszoon en boerendochter of de Pinksterfeesten in Stevoort. Reden van het gebeuren: de plaatselijke voetbalploeg had net het provinciale (?) kampioenschap gewonnen. Ik was er niet bij, maar ik stel me de viering van de promotie van SK Meeuwen vorig jaar toch net iets anders voor. Alleszins, het eten was lekker en we konden voldaan onder de lakens kruipen.

Zondag 17 Oktober 2010
Op zondag stond er een dagje relaxen op het programma. 's Avonds zouden we de lange busrit naar Peru aanvangen. We namen dus onze tijd in de sauna, de jacuzzi en het zwembad. Ik besloot me nog even toe te wijden aan de blog en kwam in de computerkamer nog de auteur van deze blog tegen... al snel geraakten we verwikkeld in een stevige discussie over 9-11 en welke familie er nu juist de wereld controleert en wat hun plannen zijn. Op een reis als deze kom je wel meer wereldverbeteraars en "andersdenkenden" tegen. Zo ook de Canadese Duitser die ons ruim drie kwartier met zijn levensloop aan het lijntje hield, omdat hij vond dat we er enorm vriendelijk uitzagen. We lieten de man (na de oorlog naar Canada verhuisd en sinds enkele weken wonende in Vilcabamba, de man is 75 of ouder, ik herinner het me niet meer), waarmee ook wij onze goede daad van de dag hadden verricht en ons steentje hadden bijgedragen aan de wereldvrede. Nadat hij was uitgepraat, of wij vonden dat het welletjes was, begaven we ons naar de busterminal. Daar zou Vilcatours ons tot Loja brengen van waaruit we de nachtbus naar Piura zouden nemen. Het Ecuadoriaanse luik van onze trip zat er op...