multilingual links

Switch to the English version of this blog.

Het laatste nieuws

Het laatste nieuws:
Onze trip in Zuid-Amerika zit er op. We hebben de hete Brazilaanse zomer weer geruild voor de koude, maar zonnige Montrealaise winter. Recent plaatsten we de nog de verhalen van Buenos Aires en Brazilie online.
Volg de links in de balk hierboven om terug te keren naar de verhalen per land. Wil je alle foto's nog eens bekijken klik dan hier.

10/17/2010

Cuenca en Cajas

Donderdag 14 Oktober 2010
Na een slordige 8,5 uur in de bus bereikten we Cuenca, een van de mooiste historische steden van Ecaudor. We installeerden ons vlug in een hostel en gingen uitgebreid mirendar (dineren) in cafe eucalyptus. Tijdens onze avondwandeling langs de rio Tomebamba kwamen we Tim tegen. Samen met 5 andere Belgen woont hij in huis naast de rivier. Alle vijf werken ze aan hun eindwerk voor de KUL in samenwerking met de universiteit van Cuenca. De onderzoeksdomeinen verschillen wel nog al, bouwkunde, voedingskunde, bosbouw, etc. Later ontmoetten we de rest van de bende nog in cafe Wunderbar, waar we onze uitstap naar Parque Nacional de Cajas voorbereidden. We wilden dit park eerst links laten liggen, maar de bustocht van Guayaquil naar Cuenca die door het schitterende landschap passeert, had ons van gedachte doen veranderen.

Vrijdag 15 Oktober 2010
Voor vrijdag hadden we een bezoek aan de historische plaatsen en markten van Cuenca op het programma staan. We bezochten het gezellige museum gekoppeld aan de hoedenwinkel Barranco, waar we alles leerden over de fabricatie van Panama-hoeden. De hoeden hebben trouwens weinig met Panama te maken, ze zijn volledig Ecuadoriaans. De term Panama is ontstaan doordat de uitvoer van de hoeden vanuit Panama gebeurde. De lokale markt sprak ons heel erg aan, zo erg zelfs dat we er die dag nog twee keer terugkeerden, eerst om 's middags voor 1.5$ per persoon uitgebreid te lunchen en later om fruit te kopen voor de fruitsalade die we 's avonds en 's anderendaags 's morgens verorberden. Meest indrukwekkend was echter de nieuwe kathedraal en het schitterende Parque Calderon, het plein dat voor de kathedraal ligt.
In de loop van de namiddag kwamen we Maarten en Diewertje (uit Peer en St-Niklaas en toevallig vrienden van vrienden) voor de zowat derde keer op onze trip tegen in het museum Pumapungo. In het museum sprak ons de tentoonstelling over de Ecuadoriaanse Etnische groepen heel erg aan. Zo een klein land en zo een enorme etnische verscheidenheid. Het gedeelte over de Shuar cultuur sprak extra tot de verbeelding omdat we eerder bij een Shuar familie hadden verbleven, alhoewel de Tzantza (gekrompen schedels) wel een beetje luguber waren. In de tuin bezochten we nog een van de inca-ruines die de stad rijk is.
's Avonds genoten we samen met Maarten en Diewertje nog van het plaatselijke gerstennat en ontmoetten we nog een stel hangenblijvers, twee Amerikanen, een Duitse en iemand uit Wales. Allemaal op vakantie gekomen en nooit meer weggegaan.

Zaterdag 16 Oktober

Op zaterdag waren we vroeg uit de veren om op tijd een bus naar het Parque Nacional de Cajas te kunnen nemen. De buschauffeur zette ons wel iets te ver af, maar gelukkig waren er nog zitjes vrij in een andere bus zodat we toch nog op tijd op het vertrekpunt van onze wandeling aankwamen. We maakten een wandeling door het schitterende landschap van het park, waarbij we ons constant op een hoogte van om en bij de 4000m bevonden. Elke stap omhoog kost dan redelijk wat moeite en onze keuze voor een kortere wandeling was dus de goede. We passeerden bosjes polylepis, bloeiende cactussen en prachtige rotslandschappen. Tegen de middag bereikten we terug de ingang van het park en van daaruit namen we de bus naar Cuenca en later via Loja naar Vilcabamba.

10/15/2010

Montanita en Isla de la Plata

Zondag 10 Oktober 2010
De eerste twee weken van onze trip waren vrij intens geweest, Otavalo, Mitad del Mundo, 6 uur Spaanse les per dag, fietsen en wandelen op en rond de Cotopaxi, trektocht in Quilotoa, fietsen naar Puyo, verblijf in de Amazond jungle, we waren dus toe aan wat rust en waar kan dat beter dan aan de kust. Na de nachtbus Puyo-Guayaquil, en een bus vroeg in de ochtend van Guayaquil naar Montanita, kwamen we op zondagmorgen aan in het surfers paradise van Ecuador. Het relaxe, bijna hippie, stadje sliep nog toen we om 9 uur op zoek gingen naar een Hostel. We vonden er eentje in het kleine maar gezellige centrum van de stad, met een hangmat op ons balkon en een prachtige kamer in bamboo-hout.
Een van de reden om naar Montanita te trekken was het nabijgelegen Isla de la plata, ook wel "the galapagos of the poor" genoemd. We regelden op zondag een tripje naar dat eiland voor de dag erna en voor de rest genoten we van zon, zee en strand. Ik waagde me even aan een body-board, maar de golven waren toch een heel klein beetje impressionant en mijn techniek niet van die aard om in het volgende surfersmagazine te verschijnen.

Maandag 11 Oktober 2010
Om 8u30 stonden we maandagmorgen een half uur lang tevergeefs te wachten op een bus naar Puerto Lopez van waaruit onze boot naar Isla de la plata zou vertrekken. Onze man bij Machilla tours loste het probleem echter mooi op door voor ons een taxi te betalen zodat we toch nog onze boot op tijd haalden. Vanuit Puerto Lopez zetten we koers naar Isla de la plata in het gezelschap van de twee-man sterke bemanning, een gids die veel te snel en binnensmonds Spaans brabbelde, een kerel uit Leuven (Nordin), twee trage Mexicaanse dames, een koppel Zwitsers (bijna "mievers" hun duits), een Fransman en een koppel uit Duitsland. Het eiland staat bekend om zijn grote kolonie Piqueros patas azules die met hun helblauwe voetjes indruk proberen maken op hun vrouwelijke soortgenoten. Best wel grappig om te zien hoe ze ronddansen en constant hun voetjes in de lucht steken; "kijk eens hier wat een mooie voetjes ik heb." Naast deze bleu-footed boobies, die steevast op het midden van het wandelpad blijven zitten, kwamen we op onze tocht nog een gigantisch albatros-kuiken tegen. Het beestje is nog een stuk groter als een oversized vechthaan. Zijn ouders waren waarschijnlijk op zee, op zoek naar vis voor hun kindje. Verder stootten we nog op fragatos (frigate birds) en piqueros enmascarados op onze tocht over het extreem droge eilandje.
Voor we het eiland definitief verlieten, gingen we met zen allen nog even snorkelen boven het koraalrif dat zich rond het eiland bevindt. Ondanks onze beperkte snorkelervaring genoten we er toch van om tussen de tropische vissen te zwemmen.
Terug aangekomen in Puerto Lopez bleven we nog even hangen om te zien hoe de pelikanen in groep over de golven springen/vliegen (in plaats van iets voor de branding te gaan dobberen) en hoe de fregatten de vis uit de bekken van de andere zeevogels proberen te pikken (de veren van de fregatten zijn niet waterbestendig, ze kunnen dus niet vissen en leven van hetgeen ze stelen van andere visvangers). De buschauffeur liet ons op aanvraag uitstappen bij het Kundalini hostel waar we ons verblijf voor de volgende nacht boekten.

Dinsdag 12 Oktober 2010
Dinsdag was een schitterende dag met een stralende hemel. Ideaal dus om nog wat van het zonnetje te genieten en nu en dan eens wat af te koelen in het zalige water van de Pacific Ocean. We vonden het beiden zo zalig dat we al snel beslisten om nog een dagje extra in Montanita te verblijven. Op die manier gaven we ons zelf ook nog wat tijd om deze blog online te krijgen. We waren immers al 2 weken en een half op pad en we hadden vrienden en familie tot dan nog steeds in het ongewisse gelaten. We maakten van de wifi-mogelijkheden ook gebruik om even te skypen met het thuisfront vanop het strand, schitterende locatie. Het werd een dagje voluit genieten en het schrijven van de blog werd weer een dagje opgeschoven.

Woensdag 13 Oktober 2010
Het weer op woensdag was ietsje minder dan de dag voordien, lichtjes bewolkt en dus konden we eindelijk aan de blog beginnen. Nele hield zich bezig met de tekstjes terwijl ik nog even op het strand ging zitten met de Argentijnen die ook in ons hostel verbleven en genoot van een "mate". In de namiddag keerden we de rollen om, Nele genoot van zon, zee en strand, en ik worstelde me door blogspot om onze verhaaltjes op een min of meer gestructureerder manier op het worldwide web te krijgen. Tegen de avond huurden we nog voor een uurtje een surfplank en trotseerden we om de beurt de -voor ons- immense golven. Na veel trial en error slaagde ik er in om toch een keer of twee rechtstaand op de plank het strand te bereiken. Nele gaf iets vlugger op, ook al omdat zij meer een speelbal was van de golven dan dat de golven voor haar een speeltuin waren.

Donderdag 14 Oktober 2010
Op donderdag verlieten we met een beetje pijn in ons hart het schitterende hostel Kundalini (een echte aanrader) in Montanita en zetten we koers naar Cuenca, opnieuw via Guayaquil.

Shuar-stam

Vrijdag 8 Oktober 2010
Vanuit Puyo besloten we een bezoek te brengen aan een Shuar-familie die verblijven in de jungle aanbiedt. Hiervoor namen we de bus richting Macas om na 48 km af te stappen in het midden van de Amazone. Onmiddellijk werden we verwelkomd door enkele stoere Shuar-krijgers, waarvan er eentje een beetje hinkte (voet geblesseerd tijdens een partijtje voetbal tegen een naburige familie) en twee Schotse dames die zo goed (gek) waren geweest om zich te engageren voor 3 maanden vrijwilligerswerk met de Shuar.
Onze nieuwe vriend Timothy (Shuar) toonde ons onze verblijfplaats voor de komende nacht en later schoven we aan tafel voor onze maaltijd met de familie, i.e. met de mannen. We kregen daar ook onze eerste "chicha" voorgeschoteld. Later kwamen we erachter dat het zootje wordt gemaakt door de vrouwen van de stam, lekker kauwen op een yucca en dan netjes in de pot tuffen, een dagje laten gisten en klaar is kees, lekker...
De familie waar we verbleven was de "offspring" van een man met zijn eerste vrouw, 12 kinderen en een boel nakomelingen in totaal. De vader des huizes verbleef op dat moment bij zijn andere vrouw enkele kilometers verder, ook daar had hij voor voldoende werkende handen gezorgd. De vader was trouwens ook de leraar van het schooltje voor beide families en de oprichter van het Arutam reservaat waar we verbleven, een bezig bei'tje.
Timothy nam ons in de loop van de namiddag mee op onze eerste jungle-wandeling. Grotere dieren zoals anaconda's en apen kom je in dit gebied blijkbaar overdag niet zo vlug tegen, insekten, inclusief de vogelspinnen, zagen we wel. Tegen het einde van de wandeling plukten we nog de salade voor het avondmaal in een van de "tuinen" van de familie, jonge blaadjes van de juca-plant. Heerlijk trouwens, net spinazie. De tuinen zijn kaalgekapte stukken oerwoud waar de Shuar op een voor ons nogal chaotische manier hun gewassen verbouwen. Voor we ons bed indoken, spendeerden we nog wat tijd met de vrijwilligers, twee Amerikanen die in totaal 4 weken zouden helpen met het werk van de shuar (wegen aanleggen, hutten bouwen, een keuken maken voor het schooltje, etc.) en de twee Schotten. Het was moeilijk te achterhalen of ze het nu leuk vonden of niet, wij waren het er alleszins over eens dat het niks voor ons zou zijn. Een kort bezoek en een nacht verblijven is voldoende.

Zaterdag 9 Oktober 2010
's Anderendaags nam Alex (15 jaar jong) ons, na een stevig ontbijt, mee op onze tweede jungle trip naar de waterval in de jungle. Voor de Shuar is die waterval heilig en zou een douche eronder ons volledig moeten zuiveren. Het was alleszins een welgekome verfrissing. Onderweg kregen we nog de Shuar oorlogstekens op onze wangen geschilderd en legde Alex ons uit welke plant te gebruiken tegen griep, verkoudheid, pijn, moeilijke of makkelijke stoelgang, hoe water uit een bamboo te halen enz. Voor een ventje van 15 wist hij verdorie veel. Nu is dat voor Ecuadorianen en zeker voor Shuar de ideale leeftijd om te trouwen. Net iets vlugger volwassen dan wij dus. Lunchen deden we met een schitterend zicht over het oerwoud. Een tante en een nichtje van Alex waren ons voorafgegaan en waren al druk bezig met koken toen we in het midden van de jungle plots terug bij een hut aankwamen.
Eens terug bij ons vertrekpunt namen we nog een heerlijk verfrissende douche en later wachten we samen met onze gids van de voormiddag op de bus terug naar Puyo. Het mannetje zag er plots heel anders uit, een beetje een snotneus die wat te stoer wil overkomen met zijn walkman en jeans met hier en daar een gat erin en enkel een t-shirt terwijl hij het vreselijk koud had. We zagen dus de twee kanten van de Shuar cultuur in de 20ste eeuw op een dag. Het respect blijft echter groot. Als je even verder leest over de Shuar zal je merken dat ze als een van de weinige stammen erin slaagden de Inca's en later de Spanjaarden terug te drijven, verder zijn ze niet vies van een hallucinerend plantje meer of minder (tot in het extreme) en verkleinden ze niet zo lang geleden nog de hoofden van hun vermoorde vijanden om ze rond hun hals te hangen, alles in het teken van hun sterk geloof in de natuur. Alex vertelde dat ze na een van hun drankjes wel eens met de bomen praatten, het deed een beetje aan Avatar denken.
In Puyo namen we afscheid van Martijn die tot dan met ons had meegereisd en namen we later een nachtbus naar Guayaquil om van daaruit naar Montanita door te reizen.

10/13/2010

Banos en Puyo

Woensdag 6 Oktober 2010
Tijd om de spieren even te laten ontspannen. En waar kan dat beter dan in Banos, een klein, rustig stadje dat bekend staat om haar thermische baden, met water vol mineralen, afkomstig uit de vulkanen in de buurt. Overdag hingen we met z'n 3'en (Martijn vergezelde ons nog steeds) wat rond in het stadje en 's avonds testten we een van de baden, termas de la Virgin, uit. Er was een heel heet bad (42 graden), een lekker warm bad en een ijskoud bad om af te koelen. Ideaal dus voor het lichaam en de spieren. Zalig! In de baden leerden we ook 2 toffe koppels uit Frankrijk kennen die ons de volgende dag zouden vergezellen op onze mountainbiketocht naar Puyo.

Donderdag 7 oktober 2010
De volledige tocht van Banos naar Puyo is iets meer dan 60 km. Het meeste daarvan is bergaf, maar er zitten toch enkele kuitenbijters bij. Goed dat we gisteren de spieren hebben laten ontspannen. De eerste 20 km van de tocht wordt ook wel de watervallenroute genoemd omdat je onderweg verschillende watervallen passeert. Tegen de middag kwamen we aan bij de Diablo-waterval, de bekendste uit de hoop. Om bij de waterval te geraken, moet je eerst 10 minuten een pad naar beneden volgen en dan kun je via een heel smal gangetje tot achter de waterval geraken. Cool zunne! Na de lunch vertrokken de 4 Fransen terug naar Banos, wij gingen met ons 3 verder naar Puyo. De eerstvolgende waterval op onze weg was er eentje om in te kaderen. Heel erg mooi, midden in de natuur en we konden er zwemmen! Heerlijk! Pauze van een klein uurtje en dan verder fietsen naar Puyo. Nu nam het aantal beklimmingen pas echt toe. Al bij al was het een zware, maar zeer mooie fietstocht. Tegen 18u kwamen we aan in Puyo, een stadje dat aan de Amazone-jungle grenst. Nadat men onze fietsen was komen ophalen (en in ruil onze rugzakken bracht) gingen we lekker eten in het mooie El Jardin (iets duurder, maar we vonden dat we dat wel verdiend hadden) en deden voor het slapen gaan nog wat opzoekwerk voor een jungletrip voor de komende 2 dagen.

De Quilotoa-trek

Maandag 4 Oktober 2010
Samen met Martijn en Nienke namen we 's ochtends de bus naar Quilotoa. We checkten onmiddellijk in bij het hostel en restaurant Cabanos, uitgebaat door een Ecuadoriaanse familie, en heel erg basic: iedereen eet er samen in de eetkamer van de familie, best wel cool. Daarna wandelden we naar het bekende Quilotoa-meer, in een vulkaankrater, met helderblauw water, waarvan de bewoners van Quilotoa beweren dat het onneindig diep is. Dat betwijfelen we, maar het is in elk geval wel heel erg mooi. We wandelden helemaal naar beneden tot aan het water en daarna opnieuw omhoog. Op deze hoogte, en omdat het pad vrij steil en heel erg zanderig was, was dat toch wel wat afzien.

Dinsdag 5 Oktober 2010
Om 7u 's ochtends ging de wekker. Op het programma stond de wandeling van Quilotoa naar Chughilan, een ander klein dorpje gelegen op de Quilotoa-trek. We waren met 4: Martijn, Vanessa (een meisje van Hong Kong dat we de vorige avond in het hostel hadden leren kennen) en wij. De wandeltocht was slechts 12 km lang, maar wel vrij zwaar. Het eerste uur wandelden we langs de rand van de krater op (met voortdurend een mooi uitzicht op het meer) en daarna wandelden we de vallei in, naar Guama, een piepklein dorpje op onze weg. Daar lunchten we en zetten we onze tocht verder, de diepe vallei in en uit, telkens langs heel erg smalle en steile paadjes. Vrij vermoeiend, maar de spectaculaire scenery maakte het wel de moeite waard. Tegen 14u waren we in Chughilan. Vanessa bleef daar overnachten, Martijn en wij besloten de rest van de Quilotoa-trek per pick-up en bus te doen (wat een uitzichten in de bus...echt spectaculair) en belandden uiteindelijk opnieuw in Latacunga, waar we onze grote rugzakken achter gelaten hadden.

Cotopaxi

Zaterdag 2 Oktober 2010
Het was tijd om de rest van Ecuador te verkennen en het reeds vertrouwde Quito achter ons te laten. De eerstvolgende bestemming: de 2e hoogste vulkaan van Ecuador, de Cotopaxi (5897 m). Met een jeep van de 'Biking Dutchman' reden we tot aan de parkeerplaats in het Nationale Park op zo'n 4500m hoogte. Van daaruit mountainbiketen we naar beneden, gevolgd door onze gids Fernando in de 'volgwagen'. Alles verliep prima: goede fietsen, fantastisch mooi landschap en downhill mountainbiken... Op persoonlijk verzoek zette Fernando ons af aan Tambopaxi, een hostel in het park (met een prachtig uitzicht op de vulkaan), waar je ook kunt kamperen. We zetten er ons tentje op en maakten nog een korte wandeling door het park. Je kan er wilde paarden van de bergen af zien razen en lama's, koeien en stieren in de valleien zien grazen. Echt een droomplaats om te kamperen!

Zondag 3 Oktober 2010
Super geslapen in de tent en dan wakker worden met een geweldig uitzicht op de vulkaan. Heerlijk! Samen met Pierre-Roland (Zwitser) en Johan (Zweed) die ook in het hostel verbleven, regelden we een pick-up die ons vanuit ons hostel tot aan de parkeerplaats bracht. Vanaf de parkeerplaats wandelden we omhoog naar de refugio (een soort hut waar diegenen die de vulkaan helemaal willen beklimmen, moeten blijven slapen alvorens een poging naar de top te ondernemen) en vandaaruit naar het begin van de gletsjer (op 5000m hoogte). Omwille van de hoogte was dat best een zware beklimming, ook al was het qua afstand niet zo ver. We werden na de klim wel beloond met een heel mooi uitzicht over het park. Nadat we terug afgedaald waren, namen we met z'n 4'en opnieuw diezelfde pick-up naar de in/uitgang van het park en daar namen we de bus naar Latacunga. Pierre-Roland en Johan gingen verder naar Banos, wij bleven in Latacunga, van waaruit we zouden beginnen aan de Quilotoa-trek. In het hostel in Latacunga liepen we Martijn tegen het lijf, een Nederlander die we eerder al in Quito hadden leren kennen. Hij zou ons samen met Nienke, een andere Nederlandse, vergezellen gedurende de komende dagen.

Quito, Otavala & Mitad del mundo.

Geladen met elk een grote en kleinere rugzak, verlieten we ons appartement in Montreal op donderdagochtend 23 september. Ongeveer 15 uur later kwamen we na een vlotte reis aan in Quito, de hoofdstad van Ecuador. Hier zouden we in totaal acht dagen verblijven. De eerste drie dagen bezochten we Quito en omstreken, de laatste 5 dagen volgden we Spaanse les in de oude stad, gecombineerd met een verblijf bij een plaatselijke familie.


Vrijdag 24 September 2010
Vandaag verkenden we Quito een beetje. Zowel in de oude als in de nieuwe stad is alles te voet goed bereikbaar. Om van het ene (oude) deel van de stad naar het andere (nieuwe) deel van de stad te gaan, is de overvolle troleybus het goedkoopst. Vooral de oude stad beviel ons. Het leven verloopt er rustig en overal vind je kleine restaurantjes en winkeltjes waar je snel even binnen kan lopen. De oude stad staat vooral bekend om haar oude en mooie kerken en gebouwen, zoals bijvoorbeeld het presidentieel paleis dat we in de namiddag bezocht hebben. De nieuwe stad stond ons minder aan en daar probeerden we dan ook zo weinig mogelijk tijd te verliezen.


Zaterdag 25 September 2010
Op ongeveer 2 uur rijden van Quito bevindt zich Otavalo, een klein stadje dat vooral bekend staat om de inheemse bevolking die er leeft (met een typische klederdracht) en om de grote zaterdagmarkt. Dus op zaterdag besloten we die markt eens te gaan verkennen. Op de markt kan je dieren, fruit, groenten en vlees kopen, maar je vindt er ook een uitgebreide 'craftsmarket' waar je gewoven hoeden, truien, sjaals, hangmatten, juwelen, enz kan kopen. Allemaal heel erg mooi. Dries kon er niet aan weerstaan en kocht zich een typisch Ecuadoriaanse sombrero. Voor alles wat je hier koopt, moet je onderhandelen. Iets wat wij nog wat gewoon moeten worden...

Zondag 26 September 2010
Op zondag deden we een van de meest typisch toeristische uitstappen die je vanuit Quito kunt doen: een bezoek brengen aan Mitad del Mundo, een stadje waar de evenaar doorheen zou lopen (maar eigenlijk ligt de evenaar nog ietsje verder). Op zondag kan je er live optredens van plaatselijke en inheemse dansgroepen bewonderen, iets wat het hele gebeuren nog iets specialer (en jammer genoeg ook toeristischer) maakt. We besloten er ook een uitstapje te maken naar de vallei van Pululahua. Pululahua is een grote vulkaankrater, waar 150 mensen wonen die er leven van de landbouw. We waren er tegen 14.45u, nog net op tijd om een glimp op te vangen van de vallei, wamt tegen 15u neemt de bewolking toe (net als in heel Ecuador trouwens) en is de hele vallei in de mist gehuld. Onze gids, Frederico, gaf het bezoek nog een extra spiritueel tintje, door ons te vertellen over de rituelen van 'zijn' inheemse volk. Zo vertelde hij ons uitgebreid over de zuiveringsrituelen die de 'Shaman' (de heilige man en het hoofd van de 'stam') bij de mensen uitvoert (door onder andere zelf een erg sterk en vies drankje door de mond en neus op te drinken/snuiven) en aan het einde van onze tocht bedankte hij de Goden en Moeder Natuur door, in onze aanwezigheid, een melodietje op een klein houten fluitje te spelen. Best wel eens speciaal om mee te maken. Na ons bezoek kregen we de Shaman zelfs nog even te zien, maar de zuiveringsrituelen hebben we toch maar aan ons voorbij laten gaan...

Maandag 27 September 2010 tot en met Vrijdag 1 Oktober 2010
Deze week stond volledig in het teken van de Spaanse les. Elke dag volgden we 6u les (4u in de voormiddag en 2u in de late namiddag) en verbleven we in een plaatselijk gezin. We hebben voor een Spaanse school in de oude stad gekozen, vooral omdat de leraar, Freddy, ons het sympathiekste leek. En we zijn tevreden met die keuze. De lessen verliepen wel niet altijd even gestructureerd, maar we hebben in die week toch wel de basis van de grammatica geleerd en we hebben ons vocabularium toch al een pak uitgebreid. Nu gewoon zoveel mogelijk Spaans proberen te praten (en te verstaan, want dat is voorlopig nog het moeilijkste). Naast het Spaans, hebben we van onze leraar en diens kameraad Johnny ook vanalles geleerd over de Ecuadoriaanse cultuur. Niet enkel omdat ze er veel over vertelden, maar ook omdat ze ons meenamen naar 2 inheemse (en allesbehalve toeristische) markten in Quito (waar je zowel fruit, groenten en vlees als cavia's, honden, katten en ganzen kunt kopen!). En ze kookten ook een keer een typisch Ecuadoriaanse maaltijd voor ons. Echt 2 toffe mannen! Ook onze familie (Rina en haar 30-jarige zoon malik)viel goed mee. Rina en Malik zijn af en toe een beetje bizar, maar ze zijn heel erg vriendelijk en behulpzaam en ze koken superlekker! Ze wonen in een mooi rijhuis in Quito wat er van buiten veel kleiner uitziet dan het in werkelijkheid is. Het huis is vrolijk opgefleurd met enkele schilderijen van Rina en we hebben er zelfs ons eigen kamer en badkamertje. Geen enkele reden tot klagen dus.
Op donderdag stond Quito op haar kop. Dat hebben jullie waarschijnlijk al in de Belgische kranten gelezen. Aan de basis van de onlusten ligt een besparingsplan van de socialistische president Correa, waarbij politieagenten en militairen hun bonussen, decoraties en speelgoed voor hun kinderen niet meer zouden ontvangen. Honderden politieagenten kwamen daarop op straat en weigerden hun functie uit te voeren, een politiekantoor in het noorden werd bezet en de president trachtte de gemoederen te kalmeren maar eindigde met een hevig discours waarbij hij o.a. riep “Als jullie de president willen vermoorden, hier is hij! Dood mij! Dood mij, als jullie het lef hebben!”. Toen hij de plaats wou verlaten raakte hij ook gewond en werd naar het politie ziekenhuis vervoerd, waar hij vastgehouden werd door de politie. De militairen bleven hun president echter steunen en bevrijdden hem 's avonds uit het ziekenhuis. Dit ging gepaard met vrij veel geweld, waarbij ook enkele politieagenten om het leven kwamen. Maar wij ondervonden van al die heisa enkel positieve effecten: veel mensen op straat die al zingend, dansend, en slogans scanderend hun steun aan de president betuigden voor het presidentieel paleis (vlakbij onze Spaanse school). Feest dus. Iets verderop, in het noorden waar de president vast zat in het ziekenhuis, was de situatie natuurlijk minder rooskleurig, dat konden we via het nieuws goed volgen. Maar omdat we vonden dat de (buitenlandse) pers iets te overdreven reageerde, besloten ook wij ons verhaal de wereld in te sturen. Het resultaat vind je hier.
Op vrijdag was van de zogenaamde crisis al bijna niks meer te merken en ging het leventje in Quito opnieuw zijn gewone gangetje.