multilingual links

Switch to the English version of this blog.

Het laatste nieuws

Het laatste nieuws:
Onze trip in Zuid-Amerika zit er op. We hebben de hete Brazilaanse zomer weer geruild voor de koude, maar zonnige Montrealaise winter. Recent plaatsten we de nog de verhalen van Buenos Aires en Brazilie online.
Volg de links in de balk hierboven om terug te keren naar de verhalen per land. Wil je alle foto's nog eens bekijken klik dan hier.

12/01/2010

Tupiza en Salar de Uyuni

Woensdag 24 November 2010
Om 7 's morgens stonden we al aan het busstation voor een bus die uiteindelijk pas om 8u de reis van Potosi naar Tupiza zou aanvatten. We waren maar net vertrokken en maakten voor het eerst kennis met een drugscontrole op de bus. Niet erg grondig, maar wel cool om eens te zien. Het eerste gedeelte van de weg was behoorlijk goed, het tweede gedeelte was heel wat minder. We reden dan door een opgedroogde rivierbedding, waar de weg liep waar er geen struiken of bomen stonden, alle mogelijke paden waren goed. In de loop van de namiddag bereikten we, volledig door elkaar geschud, Tupiza. Het hoofddoel voor die namiddag was het vinden van een organisatie waarmee we een 4-daagse jeep-expeditie doorheen Sud-Lipez (de provincie/streek waarin Tupiza ligt) en naar en door de Salar de Uyuni zouden maken. We spraken met 3 organisaties en besloten met Tupiza-tours in zee te gaan. We vonden nog een leuk hostel/hotel, 'genoten' van een platte, smakeloze pizza en rustten uit zodat we 's anderendaags om 8u30 fris en monter zouden zijn voor ons 4-daags avontuur.

Sud-Lipez en Salar de Uyuni
Donderdag 25 November 2010

Het is toch even spannend om de mensen te ontmoetten met wie je de komende vier dagen een jeep zal delen, maar we hadden het niet beter kunnen treffen, want het klikte meteen tussen ons en Paul en Sanne, een Nederlands koppel van ongeveer onze leeftijd. Ook de chauffeur-gids, Marco, leek ons wel sympathiek. De kokkin, Kristina, was wat stilletjes en verlegen, maar het was nog vroeg. Gerustgesteld stapten we in onze 4x4 op pad naar de eerste bezienswaardigheid. De komende 4 dagen zouden we enorm veel tijd doorbrengen in de Nissan die ons was toegewezen. Nu en dan zouden we even uitstappen bij een natuurlijke of culturele bezienswaardigheid en dan weer doorreizen. De afstanden zijn groot.
Op de eerste dag passeerden we de Quebrada de Palala, naaldvormige zandrotsformaties die verschillende honderden meters boven de omgeving uitsteken. Verder stopten we nog even voor een zicht over de vallei van de maan, waar het zandsteengebergte door weer en wind in een schitterend stilleven is omgevormd. De aard van het gesteente is er bovendien voor verantwoordelijk dat het landschap er na elk regenseizoen weer een beetje anders uitziet. We kwamen langs enkele dorpjes waarbij je alleen maar kon denken: "Wie wil er in godsnaam nu hier komen wonen?" Het landschap was hier prachtig, maar de plaatsjes zijn o zo moeilijk bereikbaar. Enkel met een goede 4x4 (alhoewel we het ook mensen met een VW busje zagen proberen - geen idee of ze het gehaald hebben) kom je hier vooruit en dan nog maar behoorlijk traag. Overal in het landschap zagen we kuddes lama's. De eigenaars van de beestjes (wilde lama's bestaan niet meer, alle lama's zijn gedomesticeerd) wonen zelfs niet in de dorpjes, maar gewoon ergens midden in het onherbergzame landschap in een groepje van een (is dit een groep?) of twee families. De vicunas die we gedurende de 4 dagen vaak tegenkwamen zijn wel wild (en beschermd). Het is een soort lama, maar dan altijd in het lichtbruin en met een minder lange vacht. De wol van deze beestjes zou van de allerhoogste kwaliteit moeten zijn, maar mag niet uitgevoerd worden.
Sommige van de dorpjes hier danken hun bestaan aan de goud of antimoon mijnen die je hier in het gebergte vindt. De verlaten stad (behoorlijk groot) van San Antonio de Lipez dankt dan weer zijn oorsprong aan een immense zilvermijn en zijn ondergang aan de overstroming van die mijn. Naar het einde van de dag reden we nog over een berpgas op 5000m hoogte, je vraagt je af hoe een automotor hier nog kan werken - zuurstof is hier enorm schaars - voor een schitterend zicht op de Morejon Lagune aan de voet van de Uturuncu vulkaan. We zaten dan al in het nationale park van Sud-Lipez. We logeerden in het eerste dorpje binnen de grenzen van het park - Quetena Chico.

Vrijdag 26 November 2010
Terwijl we de dag voordien vooral in de jeep hadden gezeten, kondigde de tweede dag zich afwisselender aan. Na een korte stop in het dorpje Quetena Grande, waar een Boliviaanse organisatie op het dorpsplein net een demonstratie van de mogelijkheden van zonne-energie achter de rug had, kwamen we bij een van die kleine huisjes van lama-boeren. Hier was men net bezig met de jaarlijkse lama-scheerbeurt. We aanschouwden heel het proces met open monden en ik nam zelfs even actief deel aan het gebeuren (met fotobewijs). We maakten onze voeten nat in de waterbronnen van de regio en niet veel later stonden we perplex bij het aanzicht van een enorme kolonie flamingo's die zich te goed deden aan de algen in de laguna Hedionda. We plukte wat kollpa mee - een wit, licht soort gesteente/geklonterd zand dat de basis vormt voor shampoo - aan de laguna Kollpa en bewonderden de schitterende kleur van de Laguna verde. Dit meer is helder appelblauwzeegroen dankzij de grote hoeveelheid arseen in het water die het meer ook enorm giftig maakt (geen flamingo te bespeuren). Na het bezoek aan deze laguna keerden we op onze stappen terug om voor de lunch nog even te relaxen in een warmwaterbad met zicht op de salar de Chalviri (een voorsmaakje op de echter salar, die van Uyuni). Van daaruit namen we een andere route doorheen de desierto de Dali (de Dali-woestijn), genoemd naar Salvador omwille van de schitterende kleurpaletten die het gebergte hier vertoont. Regelmatig kruisten we kuddes vicuna's die blijkbaar toch iets te eten vinden in de schijnbaar levensloze woestijn. Er zouden hier overal kleine plantjes moeten groeien. Ik heb ze niet gezien, maar de vicuna's zagen er gezond uit dus het zal wel waar zijn. Misschien moet ik na het regenseizoen nog eens terugkomen, we zitten nu immers aan het einde van het droge seizoen - alles is dor. We bezochten verder nog een grote groep geisers die een zeer aangename rotte eieren-geur verspreidden en stonden opnieuw te kijken van het grote aantal flamingo's dat hier leeft toen we een korte wandeling langs de laguna colorada maakten. De aanwezigheid van ijzeroxide in het meer kleurt het helderrood. Op een kilometer of zo van het meer logeerden we in Huaylljara. De wind en de hoogte (4200m) maakte dat het er 's nachts behoorlijk koud was, maar daar waren we op voorzien.

Zaterdag 27 November 2010
Dag 3 begon rampzalig. We waren nog maar net weg of plots schoot onze jeep uit de groeven in het woestijnzand die hij anders altijd volgde. "Niets aan de hand," zei onze chauffeur toen de wagen tot stilstand kwam en nadat hij enkele seconden verschrokken voor zich uit had zitten staren. Eens we allemaal uit de auto waren, bleek er wel degelijk wel iets aan de hand. De stuurstang was afgebroken en onze jeep was dus onbestuurbaar geworden en dit alles op volle snelheid, het had erger gekund... Onze chauffeur besloot met de stuurstang in de hand terug te keren naar ons vertrekpunt met de jeep van een andere groep. De twee jeeps, van dezelfde organisatie, hadden al heel de rit samengereden en dat kwam nu goed uit. Wij wilden niet wachten bij de jeep en besloten een uurtje door de schitterende woestijn te wandelen tot aan de volgende bezienswaardigheid: grote rotsformaties in de woestijn, waarvan een van de rotsen iets weg heeft van een Andeaanse boom (je moet verbeelding hebben). In het begin was het leuk, wandelen door dit prachtige landschap, uitblazen in het zonnetje op de rotsen, maar na een uur, twee uur, drie uur wachten werd het toch een beetje saai en begonnen we ons zorgen te maken. Uiteindelijk, bijna 4u na de problemen, kwamen de twee jeeps aangereden. De stuurstang was met behulp van een ijzeren pin en rubberen strips weer aan de wielbasis bevestigd. Zo zouden we op een lichtjes aangepast tempo verdergaan. Dankzij de volharding van beide chauffeurs (en de twee groepen toeristen) slaagden we er toch nog in om het hele parcours voor die dag af te leggen. We stopten nog bij enkele lagunes met nog grotere en minder schuwe flamingo's, reden langs de salar de Chiguan, een voorloper van de salar de Uyuni en een gebied dat oorspronkelijk deel uitmaakte van hetzelfde grote meer. In San Juan twijfelde onze chauffeur even, hij wou daar overnachten omdat het al laat werd en we op de koop toe nog een lekke band hadden. Wij hadden ons al heel de dag verheugd op het zout-hotel waar we zouden gaan slapen en overtuigden hem om nog anderhalf uur door te rijden - het zou ons ook 's anderendaags 's morgens ten goede komen. Een kwartiertje uit San Juan verwijderd viel onze jeep opnieuw stil, nu was de batterij volledig plat. De problemen in de ochtend hadden ook de alternator naar de knoppen geholpen. De twee chauffeurs wisselden batterijen uit en we konden weer verder. Het was allemaal de moeite waard! We sliepen die nacht in een hotel/hostel dat volledig uit zout werd opgebouwd, de bedden, de muren (zelfs de mortel die de stenen op elkaar hield), de decoratie, de tafels, de stoelen, de vloer, alles was zout! We sliepen er heerlijk en ondanks de fabeltjes over zout op de grond dat je meer dorst zou doen krijgen, hadden we deze nacht minder dorst dan gewoonlijk (het beestenfeest kan dus volgend jaar besparen op zout). De hypothese dat slapen/ademen op grotere hoogte een drogere keel nalaat hield wel stand.

Zondag 28 November 2010
Zondagmorgen was het heel vroeg dag. Nog voor zonsopgang zaten we alweer met zijn allen in de jeep. Het doel was om de zon zien op te komen van op de Salar de Uyuni. Missie geslaagd. Na een half uurtje rijden hielden we halt temidden een immense zoutvlakte. In het oosten zagen we daar de hemel mooi oranje-rood oplichten, gevolgd door de verschijning van een dikke heldere oranje bol die uit de grond leek op te stijgen. In de andere richting konden we een schitterend blauwe hemel bewonderen. Ik heb ook nog zelden zo een lange gave schaduw van mezelf gezien. Het was best de moeite en we waren al vlug vergeten dat het eigenlijk nog maar 5h30 was. Aan foto's op dat moment geen gebrek. We vroegen onze gids om ook een paar foto's te maken waarbij we met zijn vieren in de lucht zouden springen. De timing was niet erg goed. Bekijk de foto's, het is best wel grappig.
Na de fotosessie -de eerste van de dag, er zouden er nog volgen - zetten we koers naar Isla del pescado. Een eiland gevuld met eeuwenoude en enorm grote (sommige bijna 1000 jaren oud en 10m hoog) cactussen. Toen de Andes werd gevormd door de botsing van de enkele continentale platen werd de bodem hier omhoog geduwd en werd een grote hoeveelheid zoutwater ingesloten. Dit meer droogde later op en enkel het zout bleef achter, op sommige plaatsen een laag van meer dan honderd meter dik. De term isla, of eiland, is dus terecht. Na ons ontbijt aan de rand van het eiland reden we verder naar een plaats midden op de enorm vlakke zoutvlakte. Daar maakten we enkele typische salar de Uyuni foto's. Omdat het geheel zo vlak is valt het perspectief in de foto's weg zodat je foto's kan maken waarbij het lijkt alsof ik maar een kaboutertje ben in vergelijking met Nele! Voor we de zoutvlakte verlieten kwamen we nog langs de plaats waar het zout op jouw tafel wordt gewonnen uit de vlakte. Lunchen deden we in het dorpje van de zoutmijners en voor we de terugweg naar Tupiza aanvatten, bezochten we nog het trein-kerkhof in Uyuni. Uyuni heeft het oudste treinstation van Bolivie, vandaar de keuze om hier uit gebruik genomen treinen samen te brengen. Er is daar veel te verdienen voor oud-ijzer handelaars.
De terugweg naar Tupiza was lang (5-6u), maar best wel mooi. Het landschap veranderde van woestijn (met onvermijdelijk lama's en vicuna's) naar berglandschap tot groene vallei. De rubberen strip die onze stuurstang moest vasthouden hield gelukkig stand en tegen 7u30 bereikten we veilig en wel ons eindstation.

Maandag 29 November 2010
Op maandag gunden we ons een iets langere nachtrust, die weliswaar serieus werd onderbroken door een probleem met de watertanken van het hotel. 's Namiddags waagden we ons aan een ritje op een paard in de schitterende omgeving van Tupiza. Nele had er eerlijk gezegd niet al te veel in gezien. Ze heeft het niet zo op paarden, maar besloot toch om te proberen haar vrees voor paarden te overwinnen. De gids was echter een beetje een rare kerel en hielp ons niet echt met onze eerste paardenstappen. Gelukkig waren Paul en Sanne ook van de partij. Sanne heeft redelijk wat paardenervaring en kon ons toch iets bijbrengen. Ik genoot er best van. Voor Nele was het drie uur afzien met steeds een hand aan het zadel. Ik denk niet dat ze haar vrees heeft overwonnen, maar het was een verdienstelijke poging. Bekijk de foto's eens. Het is best wel grappig om Nele's gelaatsuidrukkingen te volgen: Voor we vertrekken het shit-daar-moet-ik-op-kruipen-gezicht, tijdens het rijden fuck-ik-vind-dit-maar-niks, halfweg verdorie-we-moeten-nog-terug-ook en na aan het einde van de rit te zijn afgestapt was dat stralende gezichtje terug, een enorm brede glimlach van oef-ik-ben-er-van-af. We speelden nog even een partijtje voetbal Belgie/Nederland - Bolivie (een ploeg van 4 gringo's tegen een ploeg van 15 Boliviaanse jongetjes tussen 6 en 12...het eindigde op een mooie 1-1, iedereen tevrenden!). Om van al dat sporten te bekomen nestelden we ons nog even aan de rand van het zwembad van het hotel en aten we later eindelijk een goede pizza opnieuw samen met Paul en Sanne. Het was een enorm gezellige dag geweest, moe maar tevreden kropen we dan ook ons bedje in.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten