multilingual links

Switch to the English version of this blog.

Het laatste nieuws

Het laatste nieuws:
Onze trip in Zuid-Amerika zit er op. We hebben de hete Brazilaanse zomer weer geruild voor de koude, maar zonnige Montrealaise winter. Recent plaatsten we de nog de verhalen van Buenos Aires en Brazilie online.
Volg de links in de balk hierboven om terug te keren naar de verhalen per land. Wil je alle foto's nog eens bekijken klik dan hier.

12/01/2010

Sucre en Potosi

Zondag 21 November 2010
Het was een lange busrit geweest naar Sucre (13u) vanuit La Paz en op het eerste zicht had de stad niet erg veel te bieden. Toegegeven, het was zondagmorgen rond 8u30, dat droeg waarschijnlijk ook wel bij tot de levensloze, bijna verlaten indruk die de stad op ons maakte. We lieten onze bagage achter bij een hostel en gingen op zoek naar een cafe of restaurant dat open was voor ontbijt. Na wat ronddwalen in de stad vonden we eindelijk een cafeetje aan het stadsplein dat open was. Tijdens ons ontbijt raadpleegden we opnieuw onze reisgids om te zien wat de stad ons zou kunnen bieden. Al snel bleek dat je vooral naar Sucre - de grondwettelijke hoofdstad van Bolivie trouwens - komt voor de musea, die echter op zondag allemaal gesloten zijn. We pasten daarom ons plan aan en besloten in de loop van de namiddag al door te reizen naar Potosi dat ons - voortgaand op onze reisgids - meer tot de verbeelding sprak. Na ons ontbijt maakten we een wandeling doorheen de stad waardoor we -zoals ons al wel vaker bij stadsbezoeken is overkomen- al snel onze mening moesten herzien. Het historische gedeelte van de stad, met zijn schitterend witte koloniale gebouwen geeft je een heel aangenaam gevoel en is heerlijk om wat in rond te zwerven. Er blijft echter op zondag niet veel te beleven. We wandelden eerst een stukje omhoog naar de Santo Domingo kerk van waaruit je een schitterend zicht hebt over de stad. We bliezen daar even uit op een terrasje en passeerden daarna nog een heleboel historische, veelal religieuze, gebouwen van het stadje, die op zondag jammer genoeg allemaal gesloten waren. Na een (late) lunch rusten we nog wat uit op het stadsplein alvorens de bus naar Potosi te nemen.
Behoorlijk vermoeid, de nacht op de bus was toch niet ideaal geweest, kwamen we rond 20h aan in Potosi. Daar zat er niet veel anders op dan een hostel te zoeken (we vonden er eentje met een ideale matras - eindelijk), iets te eten en te gaan slapen.

Maandag 22 November 2010
We hadden ons voorgenomen om op maandag uit te slapen en nog niet al te veel te ondernemem, aangezien we allebei nogal moe waren na de minder goede nachtrust in La Paz en de vermoeiende reis naar Sucre en Potosi. Tegen 10u zaten we dan ook pas aan de ontbijttafel in ons hostel. Daarna verkenden we de stad een beetje, genoten we van een perfecte driegangenlunch voor 90 eurocent en bezochten we de convento de Santa Teresa. Een van de belangrijkste historische gebouwen en musea in Potosi. Rijke families betaalden aan het begin van de 18de eeuw fortuinen om een van hun dochters hier op haar 16de voor de rest van hun leven op te sluiten in dienst van God. Eens binnen kwamen de dames enkel maar weer buiten als ze dood waren en hadden ze verder totaal geen contact met de buitenwereld... Uit liefde voor je dochter zeker... Met de fortuinen die de familie betaalden om hun dochter hier binnen te krijgen werd er wel een schitterend gebouw neergezet en een immense hoeveelheid aan kunstvoorwerpen en schilderijen vervaardigd. Momenteel leven er nog 12 zusters, zij leven net iets minder strikt afgescheiden als hun voorgangers. 's Avonds aten we een lekkere pannenkoek en boekten we onze mijn-tour voor de volgende dag. Voor we gingen slapen bekeken we nog de film "The Miners Devil" over de mijnen van Potosi, volledig in Potosi gefilmd, een aanrader.

Dinsdag 23 November 2010
Om 9u werden we verwacht aan de kantoren van "silver tours" waar twee gidsen, ex-mijnwerkers, ons stonden op te wachten voor een bezoek aan een van de nog actieve mijnen in de Cerro Rico. Halfweg naar de mijn volgde een verkleedpartij waarna heel onze groep - en vooral Nele vond ik - er uitzag als echte mijnwerkers. Het bezoek aan de mijn was best indrukwekkend. Nog maar net binnen in de mijngang moesten we al even aan de kant omdat er een mijnwagentje, gevuld met 1 ton mineralen en voortgeduwd door twee mijnwerkers, aankwam. De mannen stopten even voor een babbeltje met ons en (vooral waarschijnlijk) om een fles cola in ontvangst te nemen die we als gift mee hadden. We hadden de dag voordien en bij het vertrek van de tour kadootjes ingekocht voor de mijnwerkers zoals dat de gewoonte is voor dit soort tours. Een beetje verder in de mijn stopten we bij twee mijnwerkers die hun karretje met de schup aan het laden waren. De jongens waren respectievelijk 25 en 17 jaar oud... Ik heb aan den lijve ondervonden hoe het voelt om zo een karretje te vullen. Behoorlijk zwaar, niet alleen omdat elke schup als lood weegt (er wordt trouwens lood gemijnd, de uitdrukking is dus toepasselijk), maar ook omdat de mijn op meer dan 4000m boven de zeespiegel ligt. Zuurstof is er dus niet al te veel in de lucht. Ook hier lieten we weer een fles cola achter en we trokken daarna dieper de mijn in. 9 ladders, 3 niveaus en 45m lager ontmoetten we nog enkele mijnwerkers die van nog wat dieper een zak met 200kg erts omhoog aan het hijsen waren. Op de diepte die we hadden bereikt, was het al behoorlijk warm en toeristen dalen gewoonlijk niet verder af. Op het diepste punt dat we bereikt hadden, vertelde Jose, onze gids, nog dat er elk jaar gemiddeld 40 mijnwerkers omkomen in de mijnen van de Cerro Rico. Gedurende de 450 jaar dat deze berg wordt ontgind zouden er een slordige 8 miljoen! mensen zijn omgekomen in deze mijn. Velen onder hen oorspronkelijke bewoners van Zuid-Amerika en Afrikaanse slaven die door de Spanjaarden gedwongen werden in de mijn te werken. Het is deze mijn die Spanje en Europa steenrijk maakte en zowat aan de basis ligt van het kapitalisme, omdat er dankzij het zilver uit de mijnen van Potosi grote investeringen in Europa konden worden gemaakt. Op het hoogtepunt van de mijnbouw, 17de-18de eeuw, was Potosi een stad met meer inwoners dan Londen of Parijs. De trip naar de mijn was een enorm leerrijke culturele ervaring en eindigde met een bezoek aan de "Tio": de duivel van de mijn aan wie de mijnwerkers elke dag een offer (alcohol, coca,...) brengen ter bescherming tegen ongelukken en voor het vinden van een goede zilverader. Nele was opgelucht terug buiten te zijn en vond dat het welletjes was geweest, ik bezocht gedurende een uurtje samen met Paul (een Zimbabwese Londenaar die we tijdens de busrit van Sucre naar Potosi hadden leren kennen) nog de plek waar het lood, zilver, etc. uit het erts wordt gehaald.
In de namiddag bezochten we nog een ander hoogtepunt van een bezoek aan Potosi: het "Casa de la Moned" of de muntslagerij. In dit immense (en immens dure) gebouw vind je nog exemplaren van de oude munten terug, de machinerie waarmee die munten werden geslagen doorheen de eeuwen heen, eerst met de hand, daarna aangedreven door ezels, dan door stoom en nog later door electriciteit. In die tijd maakte men in Bolivie munten die door hun grote percentage aan zilver (97%) overal ter wereld evenveel waard waren en dus ook wereldwijd gebruikt werden. Tegenwoordig worden de munten van Bolivie in Canada en Chili gemaakt en de biljetten in Frankrijk. Times change... We hadden een schitterende dag achter de rug en maakten 's avonds onze rugzakken weer klaar voor de volgende trip. Om 8u 's morgens wachtte de bus naar Tupiza op ons...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten